De Belgische brouwer maakte de verkoop maandag bekend. De onderneming liet daarbij weten dat ze een belangrijk deel van de activiteiten van Bass kan houden, zoals die in Schotland en Ierland. Interbrew krijgt zo een marktaandeel van ongeveer 16 procent. Carling is goed voor 18 procent.

Coors is de op twee na grootste brouwer van de Verenigde Staten. De onderneming financiert de aankoop met 200 miljoen dollar (496 miljoen gulden) uit eigen middelen. De rest komt van bankleningen en de uitgifte van waardepapieren. Nadere financiële details zijn niet bekendgemaakt.

Interbrew liet in een verklaring weten dat de „verkoop goed is voor de aandeelhouders, de directie, het personeel en de vakbonden.” De combinatie van grootte en merken is goed genoeg om verder te kunnen groeien in Groot-Brittannië, aldus de bierbrouwer.

Toen bekend werd dat de Britse autoriteiten Interbrew opdroegen Carling te verkopen om te voorkomen dat het een te groot marktaandeel in Groot-Brittannië zou krijgen, dook meteen een aantal namen op. Zo werd Heineken al snel genoemd, maar de Nederlandse brouwer heeft het nakijken gekregen.

”Premium beer”
Heineken is in overleg getreden met Interbrew en heeft volgens een woordvoerster een „concurrerend bod” op tafel gelegd. Problemen bij de overname zouden echter de marktverhoudingen kunnen worden. Bovendien zou Heineken door de overname van Carling verkoper worden van het concurrerende merk Grolsch, dat via een gezamenlijke onderneming met Carling zijn bier als ”premium beer” op de Britse markt zet.

Grolsch heeft met Carling sinds 1994 een joint venture in Groot-Brittannië, Grolsch UK genaamd. De Nederlandse brouwer heeft daarin een aandeel van 51 procent. Grolsch, dat met 800.000 hectoliter een kwart van zijn jaarafzet in Groot-Brittannië haalt, liet weten blij te zijn met Coors als Amerikaanse partner, die zijn positie in Groot-Brittannië wil uitbreiden.