Agenten in Noord-Ierland gewond bij rellen
BELFAST (ANP/RTR) – Bij rellen in Noord-Ierland zijn in de nacht van zondag op maandag drie agenten neergeschoten. Ze raakten niet ernstig gewond, aldus Britse media.
Bij de rellen in het noorden en westen van Belfast waren ongeveer tweehonderd mensen betrokken. Ze gooiden met stenen, brandbommen en andere voorwerpen naar de politie. Die zette een waterkanon in en schoot met rubberkogels. In totaal raakten 27 agenten gewond.
De ongeregeldheden begonnen kort voor middernacht. Ze braken uit toen de politie een scheidingslijn vormde tussen een protestantse buurt waar vreugdevuren werden aangestoken, en een katholieke wijk. Volgens de politie waren de rellen „georganiseerd.” De katholieke regeringsparij Sinn Fein de schuld legde bij dissidente republikeinen.
Maandag is het hoogtepunt van het oranjemarsseizoen van protestante groepen die willen dat Noord-Ierland onderdeel blijft van Groot-Brittannië. De parades zorgen elk jaar voor grote spanningen met de katholieke meerderheid, die voorstander is van eenwording met Ierland.
De protestanten herdenken met hun oranjemarsen de overwinning van koning William III, prins van Oranje, in de slag bij de rivier de Boyne in 1690. Hij versloeg daar de katholieke Engelse koning James II. Veel katholieken in Noord-Ierland beschouwen de parades als een provocatie. Voor hen staan de marsen symbool voor eeuwenlange onderdrukking door de Engelsen.
Zaterdag verwoestte nog een bom een brug in Noord-Ierland. Volgens het politiekorps was die aanslag gericht tegen haar agenten.
In 1998 maakte het Goede Vrijdag Akkoord een eind aan drie decennia van geweld tussen radicale katholieke en protestantse groepen. De belangrijkste paramilitaire bewegingen hebben hun wapens ingeleverd. Maar enkele splintergroepen hebben de strijd de afgelopen tijd opgevoerd. Ze plegen aanslagen op agenten en militairen en laten autobommen afgaan. De Real IRA zou verantwoordelijk zijn voor de meeste aanslagen.