Milieuwetgeving niet slecht voor werkgelegenheid
Anders dan vaak wordt gesteld, gaat een streng milieubeleid niet ten koste van de werkgelegenheid, betoogt prof. dr. Reyer Gerlagh.
De kredietcrisis die vorig jaar losbarstte is nog niet voorbij. Het bedrijfsleven vraagt om stimulerende maatregelen en milieubeleid wordt snel als het omgekeerde daarvan gezien. Deze roep om meer uitgaven en minder belemmeringen voor het bedrijfsleven geeft te veel aandacht aan de korte termijn. We moeten de crisis juist gebruiken om voor de langere termijn nieuwe keuzes te maken. „Never waste a good crisis”, zeggen de Engelsen.
De afgelopen jaren is er veel onderzoek gedaan naar de relatie tussen milieubeleid en werkgelegenheid. Twee lessen uit dat onderzoek wil ik hier noemen.
De eerste les is dat een streng milieubeleid niet slecht is voor de werkgelegenheid. Milieumaatregelen kosten geld. Voor de meeste bedrijven zijn de kosten die gemoeid zijn met milieumaatregelen echter zeer beperkt in verhouding tot de totale kosten van de bedrijfsvoering.
Er zijn echter uitzonderingen. De chemische industrie en de transportsector verbruiken veel energie en maken veel kosten om aan milieueisen te voldoen. Nederland heeft een relatief groot aandeel in deze bedrijfstakken, en daarom klinkt geregeld de roep om deze en andere vergelijkbare sectoren te ontzien bij milieumaatregelen. Anders zou de werkgelegenheid in gevaar kunnen komen.
Is dat ook werkelijk zo? In eerste instantie lijkt dat wel het geval te zijn. Uit een vergelijking tussen Europese landen komt naar voren dat landen met strenge milieunormen inderdaad minder werkgelegenheid hebben in de milieu-intensieve sectoren. Maar opmerkelijk genoeg blijkt ook dat er geen effect was voor de totale werkgelegenheid, als je meerdere sectoren samenneemt.
Specifiek bleek dat de schone sectoren meer werkgelegenheid bieden in landen met strenge milieunormen en dat dit effect voldoende compensatie biedt voor het verlies aan banen in de ‘vieze’ sectoren. Milieubeleid heeft geen aantoonbaar effect op de werkgelegenheid, maar milieubeleid bepaalt wel of we meer ‘schone’ of ‘vieze’ banen krijgen. Als we ons realiseren dat het meeste milieubeleid is gericht op het voorkomen van schade aan de gezondheid, is de keuze minder moeilijk.
Corruptie
De tweede les is dat een goed milieubeleid laat zien dat een overheid de privébelangen van bestuurders goed weet te scheiden van de belangenbehartiging van het volk. Uit een vergelijking tussen een grote groep landen komen twee factoren naar voren die de strengheid van het milieubeleid voornamelijk bepalen. De belangrijkste factor is inkomen. Rijke mensen kunnen zich een schoon milieu veroorloven. De tweede factor is corruptie. Hoe minder corrupt een land is, hoe beter het milieubeleid is geregeld.
Bij corruptie moeten we niet alleen denken aan bestuurders die geld aannemen om illegale milieuvervuiling toe te staan. Het gaat om transparantie en het gescheiden houden van belangen. Bedrijven en lobbygroepen moeten geen invloed kunnen hebben op het beleid buiten het zichtbare democratische proces om.
Nederland zou zich daarbij niet moeten voorstaan op een goede positie in vergelijking met het Europese gemiddelde, maar kan zich beter spiegelen aan de Scandinavische landen. Deze landen kennen de hoogste mate van transparantie en effectief milieubeleid.
Emissierechten
De Europese Unie krijgt vaak de schuld van onnodige regelgeving, maar meestal zijn het de nationale overheden die complexe aanpassingen maken om de belangen van delen van de maatschappij veilig te stellen. De EU is minder gebonden aan belangen van industrieën en kan daardoor vaak beter beleid formuleren dat in het belang van iedere burger is.
Het is bijvoorbeeld aan de EU te danken dat de mobieletelefoniekosten op vakantie sterk omlaag zijn gegaan en dat we gratis geld kunnen opnemen in het buitenland. In beide gevallen waren de nationale overheden vooral bezorgd over het belang van de eigen industrie.
Een ander voorbeeld is het systeem van emissierechten. De EU stelde een systeem voor waarbij bedrijven rechten moeten kopen om broeikasgassen uit te stoten. Inkomsten zouden gebruikt kunnen worden om andere belastingen te verlagen. De nationale overheden hebben dit voorstel omgebogen zodat bedrijven de rechten gratis kregen. Het idee hierachter is dat gratis emissierechten in het belang zijn van het bedrijfsleven.
Maar zoals gezegd lopen de belangen van een individuele bedrijfstak niet parallel met de belangen van de burger, ook al lijkt dat soms wel zo. Een strenger milieubeleid is in het belang van onze kinderen en kleinkinderen. Laat u niet om de tuin leiden door bestuurders die beweren dat milieumaatregelen slecht zijn voor de werkgelegenheid. Dat is een gemakzuchtig argument voor mensen die niet verder na willen denken en vooral de status-quo willen handhaven.
De auteur is hoogleraar milieueconomie aan de Universiteit van Tilburg.
Het onderzoek waarnaar in dit artikel verwezen, is gepubliceerd onder de titels Environmental Regulation and Industry Location in Europe en Corruption and environmental policies: what are the implications for the enlarged EU?.