De coalitiepartner van de DPJ, de Nieuwe Volkspartij (PNP), lijkt geen enkele zetel te winnen. De regeringscoalitie van premier Naoto Kan (63) beschikte over 122 van de 242 zetels in het Hogerhuis, precies genoeg voor een absolute meerderheid. Deze lijkt de regering nu dus kwijt te zijn, wat het een stuk moeilijker maakt om wetten door het parlement te loodsen. Zij zal toenadering moeten zoeken tot andere partijen, zoals de boeddhistische Nieuwe Komeito Partij. In het Lagerhuis, de Japanse Tweede Kamer, heeft de regering wel een meerderheid.

Kan zei in een reactie dat hij aan de macht wil blijven om op een verantwoorde manier zijn beleid uit te voeren. De verkiezingen waren de eerste test voor de premier, die op 8 juni het roer overnam van Yukio Hatoyama. Die had in een jaar tijd een reeks verkiezingsbeloftes gebroken, onder meer over de opheffing van de Amerikaanse basis op het eiland Okinawa. Kan, de vijfde premier in vier jaar, begon voortvarend en hij steeg snel in de peilingen. In de voormalige minister van Financiën zagen de Japanners de ideale persoon om de kwakkelende economie uit het slop te halen.

Juist zijn economische plannen verminderden het vertrouwen in Kan. Hij wil de btw verdubbelen om de schatkist te spekken en de staatsschuld terug te dringen. Onder de kiezers is dat voorstel helemaal verkeerd gevallen. Kan heeft nog slechts het vertrouwen van 40 procent van de Japanners. Dat was kortgeleden nog 60 procent.