De vrouwenarts had in 2005 en 2006 drie paren geholpen bij het vervullen van hun kinderwens. Bij ieder paar had een van de partners genetische afwijkingen, die het waarschijnlijk maakten dat de zwangerschap tot een abortus, een doodgeboren kind of een kind met een ernstige aandoening zou leiden.

De zogenaamde pre-implantatie genetische diagnostiek (PDG) is in Duitsland wettelijk niet apart geregeld, maar tot nu toe ging men ervan uit dat de wet bescherming embryo’s uit 1990 hierin voorzag. Die wet stelt misbruik van menselijke embryo’s strafbaar.

Daarvan is in dit geval geen sprake, stelde de rechter. Mogelijk zou het later, na prenataal onderzoek tijdens de zwangerschap, alsnog tot een abortus komen. Die is in Duitsland weliswaar formeel strafbaar, maar wordt niet vervolgd wanneer die volgens een vastgelegde procedure verloopt. Daarom is PDG in bepaalde gevallen toelaatbaar, vindt de rechter nu.

Het oordeel van de rechter verhit de gemoederen. „Nu heerst er eindelijk rechtszekerheid”, zei voorzitter Jörg Dietrich Hoppe, van de Kamer van Artsen, de belangrijkste Duitse artsenvertegenwoordiging. Hij is niet bang dat het vonnis de deur naar zogenaamde designerbaby’s op een kier zet.

Tegenstanders verwijzen echter graag naar landen zoals Engeland, Nederland en de Verenigde Staten en stellen dat het gevaar zeer groot is dat de grenzen opgerekt worden, zodra PDG beperkt is toegestaan. „Dit betekent dat mensen met een handicap al voor hun geboorte worden geselec­teerd”, citeert weekblad Der Spiegel Hubertus Hüppe van de Beierse CSU, regeringscommissaris voor gehandicapten. Ook vertegenwoordigers van de kerken spraken zich tegen het vonnis uit.