Buitenland

„Nu pas zal mijn leven beginnen”

Symbolischer kon het bijna niet. Amerikaanse mariniers en Irakezen trokken woensdag samen een gigantisch standbeeld van Saddam Hussein van zijn voetstuk op het Fardus- ofwel Paradijsplein in hartje Bagdad. De Irakezen plaatsten een ketting om de hals van het 12 meter hoge beeld en de Amerikanen zetten een pantserwagen in om het van zijn sokkel te trekken. En de Iraakse leider werd ten val gebracht.

AP
10 April 2003 09:13Gewijzigd op 14 November 2020 00:15

Er ging een golf van enthousiasme door de toegestroomde menigte toen het beeld uiteindelijk op de grond kletterde. „O Irak! We offeren ons leven en bloed voor jou”, riepen sommigen uit. Mensen gooiden stenen en takken op het beeld van de Iraakse leider, maar ook slippers en schoenen, een bijna niet te evenaren belediging in de Arabische wereld. Sommigen sprongen boven op het gevallen beeld om erop te dansen, terwijl anderen met hamers op het gezicht inhakten. „Z’n ogen, z’n ogen”, werd er geschreeuwd.

Mariniers en Irakezen schudden elkaar de hand of gaven elkaar een ’high five’, de handen in de lucht tegen elkaar aan klappend. De Amerikanen omhelsden elkaar en namen foto’s van het historische moment. Op grasveldjes op het plein betuigden mensen hun dank, met hun handen voor hun gezicht gebeden prevelend.

Veel Irakezen trokken hun T-shirts uit en zwaaiden ermee naar de Amerikaanse „bevrijders.” „Dit is het mooiste gevoel van mijn leven. Na elf jaar in militaire dienst en na alle jaren van oorlog die Saddam ons heeft opgelegd”, aldus Ayab. Zijn angst voor het regime en de lange arm van de veiligheidsdiensten is hij nog niet helemaal verloren. Zijn achternaam weigert hij te geven.

„Ik ben 49, maar ik heb nog geen dag geleefd. Nu pas zal mijn leven beginnen”, zegt Yussuf Abed Kazim, imam in Bagdad. „Saddam Hussein is een moordenaar en een crimineel.”

Sommige mensen plukten bloemen uit de plantsoentjes bij het standbeeld om aan de Amerikanen te geven. Groepen kinderen en jongeren verzamelden zich bij de legervoertuigen, waar de mariniers hun rantsoenen uitdeelden. De feeststemming sloeg even om toen er schoten te horen waren. Onmiddellijk grepen de militairen naar hun wapens en verrekijkers om te achterhalen vanwaar zij onder vuur werden genomen. Maar de aanval was van korte duur en niemand raakte gewond.

Sommige omstanders uitten zich kritisch over de uitzinnigheid van hun landgenoten. „De mensen die nu staan te juichen”, zei de 40-jarige Abbas Abou Omar, „kunnen dezelfde zijn die al die jaren voor Saddam hebben gejuicht.”

Het neerhalen van het standbeeld was een perfect getimede actie die in de VS rechtstreeks door de populaire ochtendshows kon worden uitgezonden. In hun extatische blijdschap zwaaiden enkele honderden Irakezen met de Amerikaanse en Iraakse vlag en riepen zij „Dood aan Saddam.”

De Amerikaanse vice-president, Dick Cheney, zei dat de opmars in Bagdad, die enkele duizenden militairen woensdag vanaf drie zijden hadden ingezet, een teken is van het ineenstorten van de centrale autoriteit van het Iraakse regime. De plaatsvervanger van Bush waarschuwde echter voor te veel optimisme.

In de hoofdstad maakten plunderaars op grote schaal gebruik van het machtsvacuüm om overheids- en andere gebouwen leeg te roven. De Irakezen sleepten vazen, plastic bloemen, kasten, koelkasten, bureaus en stoelen met zich mee. Verslaggevers hoorden geweerschoten toen winkeliers hun zaken probeerden te verdedigen.

Wegens de chaos in de stad staakte het Rode Kruis tijdelijk zijn werk in Bagdad. Volgens de hulporganisatie is het te gevaarlijk om door te werken. Een Canadese medewerker die dinsdag in een vuurgevecht terechtkwam, blijkt te zijn omgekomen.

De bevelhebbers van de 3e Infanteriedivisie ontmoetten elkaar in het Nieuwe Presidentiële Paleis dat aan de Tigris ligt en bespraken er welke gebouwen geschikt zouden zijn om legereenheden in te stationeren en waar een nieuw bestuur voor Bagdad gevestigd kan worden. „Dat is de volgende mentale sprong, dat de Irakezen gaan beseffen dat zelfs als hij (Saddam) nog leeft, hij geen leiding meer heeft”, zei kolonel David Perkins.

Verschillende woordvoerders van Central Command zeiden dat Saddam geen controle meer heeft over Bagdad en dat voor grote delen van Irak hetzelfde geldt. Amerikaanse mariniers hebben vanmorgen vroeg een noordoostelijke wijk van Bagdad „schoongeveegd.” Ze bestookten troepen die de Iraakse president Saddam Hussein nog steeds trouw zijn met zware artillerie, mortieren en mitrailleurvuur.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer