Binnenland

Nawijn wijst kritiek op asielbeleid af

Minister Nawijn van Vreemdelingenzaken is het niet eens met de conclusie van mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) dat het Nederlandse asielbeleid in strijd is met internationale verdragen. Vluchtelingenorganisaties vinden die houding echter onbegrijpelijk.

Redactie politiek
10 April 2003 09:04Gewijzigd op 14 November 2020 00:15

De organisaties die zich bezighouden met asielzoekers zien het rapport van HRW juist als steuntje in de rug. „Ons asielbeleid deugt niet”, is de conclusie die directeur F. Özgümüs van Vluchtelingen Organisaties Nederland (VON) woensdag uit het onderzoek trok.

Human Rights Watch bracht deze week een rapport uit, waarin wordt geconstateerd dat het Nederlandse asielbeleid in strijd is met internationale verdragen. De verregaande efficiëntie zou ertoe leiden dat er onvoldoende wordt geluisterd naar het vluchtrelaas van asielzoekers. Vooral minderjarige asielzoekers zouden onder te grote druk worden gezet.

Özgümüs vindt het onbegrijpelijk dat Nawijn die conclusies zomaar naast zich neerlegt. HRW is volgens haar wel goed genoeg om als bron te dienen voor de ambtsberichten die worden gebruikt om een land veilig te verklaren, maar als het om het Nederlandse asielbeleid gaat, klopt de informatie van de mensenrechtenorganisatie plotseling niet. „Het rapport is als het ware een ambtsbericht over Nederland.”

„Wat zijn het voor idioten die zeggen dat de procedure zorgvuldig is?” vraagt asieladvocate G. Later zich af. Het HRW-rapport toont volgens haar met voorbeelden aan dat dat niet zo is, ondanks de beweringen van het ministerie. De advocate vindt dat de situatie in Nederland niet veel beter is dan in Turkije.

Het parlement en de rechterlijke macht hebben ook schuld aan het onrechtvaardige beleid, meent S. Meuwese van Defence for Children International, omdat ze hebben gefaald in hun toezicht op de regering.

De organisaties zullen de situatie in Nederland aan de orde stellen bij de hoge commissarissen voor vluchtelingen (Lubbers) en voor mensenrechten (Vieira de Mello) van de Verenigde Naties. Een gesprek met minister Nawijn van Vreemdelingenzaken heeft wat Özgümüs betreft geen zin meer. „Waar moeten we het nog met hem over hebben?”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer