Wetenschap & techniek

Motor in het wiel komt dichterbij

Rijden zonder verbrandingsmotor heeft twee voordelen: het kost geen brandstof en het scheelt enorm veel gewicht in de auto. Maar hoe moet dat dan? Bandenfabrikant Michelin geeft een antwoord met het Active Wheel.

Evert Barten
7 July 2010 07:24Gewijzigd op 1 December 2022 16:11

Vier kleine elektromotoren vervangen de verbrandingsmotor; in elk wiel zit er één. Zo’n wiel weegt 42 kilogram en bevat, let op, een elektromotor van 30 kW (41 pk), een volledig remsysteem, een elektronisch geregelde schokdemper (inclusief regelmotor) en een springveer. Hiermee zijn zware componenten zoals verbrandingsmotor, versnellingsbak, aandrijfassen en stabilisatorstangen niet meer nodig.

Het tijdschrift Autoweek mocht een blokje om met de Heuliez Will, een op de Opel Agila gebaseerd prototype voorzien van deze techniek. Door de vele onderdelen in de wielen stuurt de auto wel iets zwaarder dan gewoon. Hinderlijk is het overigens niet, hooguit wat gevoelloos. Ook de overbrenging is, zoals verwacht, stootvrij en zeer gelijkmatig. Vermogensverlies door overbrenging kent het systeem eenvoudigweg niet. Aldus het testverslag.

Carrosseriebouwer Heuliez bouwde het ontwerp en denkt dat de auto in ongeveer veertien seconden van 0 naar 100 kilometer per uur versnelt. De emissievrije auto zou 140 kilometer per uur moeten kunnen halen.

De lithium-ionaccu’s zijn opgeborgen in de neus van de auto om voorin het nodige gewicht te creëren. Dit komt het rijgedrag ten goede. Een lichte neus maakt een auto namelijk nerveus. Het is niet bekend hoe lang de accu’s het volhouden, maar een technicus van Heuliez denkt zo’n 120 kilometer.

De elektronische ophanging past in drie duizendste van een seconde de demping aan als dat nodig mocht zijn. Michelin wacht op grote fabrikanten om het Active Wheel in de markt te zetten. Tot die tijd blijft het bij een prototype.

Een iets eenvoudiger concept is de wielnaaftechniek, op dit moment toegepast in de „eerste volledig elektrische bus van Nederland.” Deze e-Busz rijdt rond in het centrum van Rotterdam en is voorzien van twee wielnaafmotoren in de achterwielen. Deze techniek maakt gebruik van een omgekeerde elektromotor, waarbij de naaf in deze motor vastzit aan de bus en de rotor de velg is.

Een kleine dieselgenerator laadt het accupakket op wanneer deze na ongeveer vier uur leeg is. Hierdoor verbruikt de bus weliswaar diesel, maar stoot toch 50 procent minder schadelijke stoffen uit dan een conventionele dieselbus.

Dat de ontwikkelingen niet heel snel gaan, blijkt uit het feit dat deze krant in oktober 2004 al een artikel publiceerde over exact dezelfde wielnaaftechniek, waarvan een prototype rondreed in Apeldoorn. Toen reed de bus amper de straat uit of de generator sloeg aan, nu duurt dat al vier uur. Een stapje voorwaarts dus. Frappant is evenwel dat een uitspraak van Michelin destijds ook werd gedaan door een woordvoerder van e-Traction. „Het is wachten op een grote fabrikant…”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer