RvS akkoord met 36 windmolens in zee
De Raad van State heeft woensdag bezwaren van de Stichting Duinbehoud tegen de komst van een windmolenpark voor de kust van Egmond afgewezen. De stichting vreest dat veel trekvogels zich te pletter zullen vliegen tegen de molens.
Het park, dat bestaat uit 36 windmolens, is een proefproject van Shell en Nuon. De energiebedrijven willen er ervaring mee opdoen voor toekomstige, grotere windmolenprojecten op volle zee.
Duinbehoud vreest niet alleen voor het leven van veel vogels, maar meent bovendien dat het project horizonvervuiling oplevert. De windmolens blijven twintig jaar staan. Als de milieuschade te groot wordt, kan het kabinet besluiten tot vroegtijdige afbraak van het park.
Milieuonderzoek door de overheid heeft uitgewezen dat het turbinepark voor de Egmondse kust per jaar meer dan 10.000 trekvogels het leven kan kosten. „Maar dat getal is naar onze mening onwaarschijnlijk hoog”, aldus een woordvoerder van Nuon. „De ervaring met andere windmolenprojecten leert dat het aantal vogelslachtoffers veel lager ligt dan van tevoren werd voorspeld.”
De Stichting Duinbehoud blijft zich inzetten voor de bescherming van de vogels. „De Raad van State is akkoord gegaan met een zone waarin de molens mogen worden gebouwd”, aldus een woordvoerder van de stichting. „Dat gebied ligt tussen de 10 en 18 kilometer uit de kust. Wij gaan ons er voor inzetten dat het project zo ver mogelijk in zee komt. Op 18 kilometer in zee vliegen veel minder trekvogels dan in het gebied van 10 kilometer uit de kust, zodat het risico dat ze tegen de molens vliegen veel kleiner is.”
Ook de Vogelbescherming wil dat de molens zo ver mogelijk uit de kust komen. Dat is de inzet bij de milieueffectrapportage die nog moet plaatsvinden. De Vogelbescherming vindt het „treurig” dat de Raad van State niet heeft meegewogen dat het bedrijf E-connection uit Bunnik plannen heeft voor een park 25 kilometer uit de kust. „Het proefproject van Shell en Nuon is feitelijk achterhaald”, aldus een woordvoerder.