Donner wellicht als getuige gehoord
Minister Donner van Justitie en het hoofd van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) moeten mogelijk getuigen in de eerste terroristenzaak in Nederland. Het gerechtshof in Den Haag maakt zijn beslissing hierover op 25 april bekend.
Het betreft de rechtszaak tegen vier vermeende terroristen. Ze werden in december door de rechtbank in Rotterdam vrijgesproken. Het openbaar ministerie ging tegen de uitspraak in beroep. Woensdag begon het gerechtshof in Den Haag met de behandeling.
De advocaten van de vier verdachten willen van minister Donner weten of in deze zaak een criminele burgerinfiltrant is gebruikt. Volgens advocaat-generaal mr. G. C. Haverkate is dat niet het geval. De advocaten willen ook het hoofd van de AIVD, S. J. van Hulst, ondervragen om meer duidelijkheid te krijgen over de manier waarop de AIVD de informatie over de verdachten heeft verzameld.
Haverkate vindt het niet nodig dat Van Hulst uitleg komt geven. Dat heeft het AIVD-hoofd al eerder uitgebreid gedaan, meent hij. Mr. M. Pestman, advocaat van een van de verdachten, heeft echter het vermoeden dat Van Hulst „met meer interessante informatie” kan komen.
Pestman vroeg woensdag om een kopie van de cd-rom met taps van telefoongesprekken van de verdachten. Het is volgens hem niet 100 procent zeker dat de telefoongesprekken inderdaad door de verdachten zijn gevoerd. „Er is tijdens het onderzoek niet aan stemherkenning gedaan.”
Het is nog onduidelijk of Pestman de cd-rom krijgt, omdat hij niet instemt met de voorwaarden die Haverkate aan het uitlenen ervan stelt.
De politie arresteerde drie van de vier verdachten op 13 september 2001 in Rotterdam, twee dagen na de aanslagen in New York. Twee van de verdachten, de Fransman J. C. (28) en de 31-jarige Algerijn A. R., zijn volgens het OM gelieerd aan het al-Qaida-netwerk van Osama bin Laden.
Justitie verdenkt het tweetal ervan direct betrokken te zijn geweest bij het voorbereiden van een aanslag op de Amerikaanse ambassade in Parijs. Samen met de 24-jarige A. T. en de van oorsprong Ethiopische S. I. worden ze ook nog verdacht van het vervalsen van paspoorten en andere officiële documenten en van deelname aan een criminele organisatie.
Het OM vecht de vrijspraak van de rechtbank in Rotterdam aan, omdat dit vonnis volgens justitie en minister Donner het bestrijden van terrorisme in Nederland onder druk zet. De rechterbank in Rotterdam sprak de vier vermeende terroristen vrij omdat ze werden aangehouden louter op grond van informatie van de toenmalige BVD, nu AIVD. Deze handelwijze is volgens de rechtbank in Rotterdam onrechtmatig. Justitie bestrijdt dit.
Het gerechtshof gaat op 4 juni verder met het horen van officier van justitie Van der Molen. Hoe het proces daarna verder loopt, is nog niet duidelijk.
Er zijn nog tien verdachten van terrorisme die moeten voorkomen. De behandeling van hun zaak begint donderdag 17 april.