Malta; 365 kerken op een eiland
Op het busstation van Valetta, net voor de stadspoort, staan tientallen bussen te roken, klaar voor de volgende lijnrit. De meeste zijn geel-wit geschilderde Bedfords, model 1960, vol gehangen met stickers, heiligenbeeldjes en foto’s van familieleden, kinderen en vrouwen.
Langs de kant van het plein zitten de chauffeurs te roken, ze plukken in hun baarden en zwijgen. De eigenaar van een kiosk lapt de ramen. Zijn verse broodjes liggen in de zon.
Het is heet op Malta. Hoog aan de hemel brandt de zon. Een droge zeebries brengt op het zondoorstoofde eiland nauwelijks verkoeling. Hier en daar een dorre olijfboom, een palm of een cipres.
Malta is een licht heuvelachtige rots, zonder rivieren, want die zijn er nooit geweest, zonder bossen, want die zijn al in de oudheid gekapt, en bijna zonder moskeeën, want Malta is voor 95 procent uitgesproken rooms-katholiek. Hier worden de ganse dag en op de meest willekeurige plaatsen kruisjes geslagen.
Op Malta hebben door de jaren heen vele soorten mensen gewoond, Feniciërs, Normandiërs, Arabieren, Spanjaarden, Fransen en Engelsen. Sinds de Tweede Wereldoorlog is toerisme de grootste inkomstenbron van het eiland. De meeste toeristen komen voor de zon, voor de cultuur, voor de duiksport of om te mountainbiken.
Kantoorpersoneel lummelt in Valetta tussen de middag wat rond. Vrouwen dreutelen met hun kinderen heen en weer. De Republiek Malta staat erom bekend dat het gezin nog volop de hoeksteen van de samenleving kan worden genoemd. Grootmoeders (”nanna’s”) passen op de kleine kinderen, als hun moeders werken. Kinderen leren hier eerder ”nanna, nanna” te roepen dan ”mama, mama”.
Bijna alle Maltezen zijn rooms-katholiek, met als gevolg dat in ieder dorp een naar verhouding vaak grote barokke kerk –soms met koepel en torens– is verrezen. Het eiland heeft, zegt men, precies 365 kerken: één voor elke dag van het jaar. En al die kerken zitten bij de zondagse mis nog behoorlijk vol ook.
Veel kerken op Malta hebben twee torens. En dus twee torenklokken. Soms is een van beide de echte klok, die nauwkeurig de tijd aangeeft. De tweede is de onechte, die geeft een andere tijd aan. Die onechte klok zou bedoeld zijn om de duivel in de war te brengen als voor een van de dorpelingen het uur van sterven aangebroken is.
De St. John’s Co-Cathedral, aan het St. John’s Square, is een van de grootste kerken van de stad. Groots en massief als een stadsmuur verrijst de kerk, in de zachte tinten van zonnig namiddaglicht. Twee Toscaanse zuilen flankeren de ingang.
Zo sober als de kathedraal vanbuiten is, zo verrassend kleurrijk is de binnenkant. Geen vierkante centimeter is onversierd gebleven. De vloer zit vol met grafstenen, het is één grote sarcofaag. De wanden hangen mudvol portretten, mozaïeken, wandkleden en bladgoud. Het tongewelf is weelderig beschilderd. De kansel is hautain hoog en heeft een trap van maar liefst zeventien treden. Uit hoge speakers klinkt zacht gregoriaans. Toeristen maken foto’s en filmpjes. Groepen worden rondgeleid. Men krijgt uitgebreid tekst en uitleg. Op een hoekje van een bank zit een oude man, verloren in de ruimte.
In het priesterkoor hangt op twee plaatsen, links en rechts van het altaar, het orgel, in 1664 gebouwd door de Spanjaard Antonio de Valle. Onder het altaar is de crypte met de tombes van de groten van Malta, niet toegankelijk voor bezoek.
De kerk bevat een meesterlijk, metersgroot schilderwerk van Michelangelo Caravaggio: ”De onthoofding van Johannes de Doper”. De nog jonge beul heeft met zijn vlijmscherpe zwaard zojuist zijn werk gedaan. Hij grijpt Johannes’ afgesneden hoofd en tilt het aan de haren omhoog. Salomé reikt een gouden schaal aan om het vredige, rimpelloze hoofd van de Doper in ontvangst te nemen. De cipier lijkt te zeggen dat ze toch eens op moeten schieten, en achter de tralies kijken twee gevangenen verschrikt toe, in afwachting van hún beurt.
In een van de kerken in de hoofdstad Valetta is ook de bekering van Paulus uitgeschilderd. De schilder zag in een fantasievolle exegese dat niet Paulus door het licht van Boven werd stilgezet en vervolgens van zijn paard viel, maar dat eerst zijn paard door het licht werd getroffen, waarna het valt, zijn berijder in zijn val meesleurend.
Ds. J. J. Poort heeft ook naar dit schilderij staan kijken, las vervolgens Handelingen 9 en dacht toen: „Het kan. Deze exegese zou kunnen. Wat een mooi en voor menigeen ook herkenbare gedachte: dat God, als Hij ons komt bekeren, eerst ons voertuig stilzet, om daardoor onszélf stil te zetten op ons levenspad.”
In een hoekje van de kathedraal staat een biechthok. De biecht is op Malta nog volop in ere. Een vrouw van in de zeventig schuift achter het gordijn. Ze zal daar haar zondelast leggen in de schoot van de dienstdoende biechtvader. Vijf minuten later komt ze weer tevoorschijn, en ze stapt klaarblijkelijk met een gerust gemoed de deur weer uit.
Meer informatie: Malta Tourism Authority ( www.visitmalta.com).