Bestuur ziekenhuis niet vanuit het kabinet
Ziekenhuizen kunnen veel besparen door zorg slimmer te organiseren, betogen Dirk de Korne en Kees Sol. Door medisch specialisten als ”graaiers” neer te zetten, belemmert het kabinet echter een efficiënte samenwerking tussen artsen en ziekenhuisbestuur.
Demissionaire kabinetten en controversiële maatregelen bijten elkaar. Toch heeft het huidige kabinet het aangedurfd ingrijpende bezuinigingsvoorstellen te doen voor de gezondheidszorg. Patiënten krijgen te maken met een ingeperkt basispakket en vergroting van de eigen bijdrage. De Tweede Kamer onderschrijft in het algemeen de noodzaak van bezuinigingen, maar ieder specifiek bezuinigingsvoorstel stuit steevast op grote bezwaren.
Politieke partijen buitelden voor de verkiezingen over elkaar heen over de toekomst van de zorg. En nu, op een moment dat alleen een kleurenblinde iets zinnigs kan zeggen over de kleur van een nieuw kabinet, lijken de belangrijkste zorgkaarten al geschud. Te beginnen met het rigoureus korten van de inkomsten van medisch specialisten en ziekenhuizen, oplopend tot bijna 50 procent in de laatste maanden van het jaar.
Hier slaat het kabinet de plank mis. Door op voorhand medisch specialisten collectief weg te zetten als ”graaiers” wordt de noodzakelijke innovatie in de ziekenhuizen belemmerd. Niet alleen de relatie tussen ministerie en beroepsgroep komt onder druk te staan; ook in ziekenhuizen ontstaat ongewenste spanning tussen artsen en ziekenhuisbestuur. En juist daar, in de praktijk van alledag, is pas echt te bezuinigen.
Natuurlijk moeten extra inkomsten vanwege fouten in het honorariumsysteem worden gecorrigeerd. Perverse prikkels in het systeem die een ongewenst voorschrijfgedrag van dokters veroorzaken, moeten worden verwijderd. Artsen moeten schoon schip maken om te laten zien dat ze de Kamerbrede signalen over hun maatschappelijk verantwoordelijkheid hebben begrepen. Dat is essentieel voor het herstel van een vertrouwensrelatie tussen de medische professie en het publiek.
De echte oplossing van de stijgende uitgaven voor de zorg zit echter in het slimmer organiseren van de zorg. Daar liggen mogelijkheden voor flinke kostenbesparingen, hogere medische kwaliteit en betere service. Topman Gerard Kleisterlee van Philips riep de zorg onlangs nog op om te kijken naar “best practices” in andere industrieën.
In de bouwwereld bijvoorbeeld wordt ongeveer 30 procent van de totale omzet verspild aan faalkosten. De loodgieter is besteld op het moment dat de metselaar zijn werk nog niet af heeft. Voorgefabriceerde ramen en deuren blijken op de bouwplaats links in plaats van rechts te scharnieren. Hoeveel winst zou er te behalen zijn als de logistiek in ziekenhuizen volledig op orde is? Als benodigde bezoeken bij verschillende specialisten op één dag kunnen worden gepland en de benodigde labuitslagen en foto’s tijdig beschikbaar zijn?
Een goede relatie tussen artsen en ziekenhuisbestuur is een belangrijke voorwaarde voor het efficiënter en effectiever maken van zorg. Onderzoek laat keer op keer zien dat het daar mis gaat. Kostenbeheersing en kwaliteitsverbetering worden gescheiden aangestuurd, terwijl ze nauw aan elkaar verbonden zijn. Slimmer organiseren in de zorg kost tijd, zoals kwaliteitsverbeteringen in de industrie ook een doorlooptijd hebben. Die tijd is de ziekenhuisbestuurder vaak niet gegeven.
Minister Klink kiest voor „meer kwaliteit tegen minder kosten.” Die route kan succesvol zijn, maar moet wel in de zorginstellingen zelf gestalte krijgen. Op de ziekenhuisvloer moet een balans gevonden worden tussen de belangen van patiënten, werknemers en bedrijf en de honorering van artsen. Dat vraagt om ruimte voor experimenten met samenwerkingsvormen op ziekenhuisniveau in plaats van vanboven af opgelegde organisatiestructuren, zoals het voorgestelde dienstverband van specialisten. Of is er een duidelijk bewijs dat dokters in loondienst beter en goedkoper presteren dan in een maatschap?
Het bezuinigingsvraagstuk in de zorg biedt op regionaal niveau wellicht meer oplossingsmogelijkheden dan nationaal. Dat vraagt overleg en creativiteit van diverse zorgverleners en bestuurders, het stimuleren van ondernemerschap en experimenteren.
Een bedrijfscultuur van je nek durven uitsteken, risico willen lopen en de beste willen zijn. Dat levert patiënt, verzekeraar en overheid betere zorg en lagere kosten op – en een tevreden dokter. Het is aan de minister om de randvoorwaarden te scheppen voor een dergelijk succes. Zorginstellingen besturen vanuit het kabinet en de hele beroepsgroep van medisch specialisten neerzetten als zondebok leggen het noodzakelijke innovatieproces voor jaren stil.
De auteurs zijn respectievelijk gezondheidswetenschapper bij Het Oogziekenhuis Rotterdam en het iBMG van de Erasmus Universiteit Rotterdam en lid van de raad van bestuur van Het Oogziekenhuis Rotterdam.