Geen liefde
Mattheüs 10:42
„En zo wie een van deze kleinen te drinken geeft, alleenlijk een beker koud water…” Ik weet zeer wel dat het heden ten dage, in deze ijzeren eeuw, zeer moeilijk is om mensen te bewegen van hun geld te scheiden. Ja, het is zo moeilijk alsof er ogen uit het hoofd getrokken moeten worden, alsof de handen en voeten afgesneden moeten worden. Het kan mij niet genoeg verwonderen hoe het mogelijk is dat mensen hierover zo moeilijk doen en zich tegenover de armen stellen. Dat, terwijl God hun volmondig belooft dat zij hun loon niet verliezen zullen.
Dit is een zaak die door veel mensen nauwelijks beantwoord kan worden. De meesten slaan hier geen acht op. Desniettegenstaande legt de evangelist het voor eenieder open. Hij schrijft over al degenen die wereldse rijkdommen bezitten en hun broeder gebrek zien hebben, zonder hem te verlossen en zonder hem te helpen. Hij zegt dat ze de liefde van God verloren hebben. Die liefde is zo groot als de liefde van een natuurlijke moeder voor haar kind. Die liefde overtreft de moederliefde zelfs.
Er zijn veel mensen die het voor een smaad achten de armen te helpen. Wij zien in het evangelie van Lukas een bijzonder voorbeeld in de rijke dwaas en hoe hij handelt met de arme Lazarus.
Henry Smith, predikant te Londen
(”Tranen der armen”, 1657)