Dat meldt Museum Menkemaborg. Woensdag 7 juli wordt het kabinetorgel vervoerd naar orgelmaker firma Mense Ruiter in Zuidwolde, waar de orgelpijpen al eerder naartoe gingen. Vervolgens wordt gestart met de restauratie.

In de grote zaal van de Menkemaborg staat al decennialang een groot, maar onbespeelbaar kabinetorgel. Achter de kastdeuren is slechts één rij orgelpijpen te zien, de andere pijpen lagen opgeborgen op zolder. Na jaren van voorbereiding en dankzij toegekende rijkssubsidie en subsidies van diverse fondsen kan het orgel nu gerestaureerd worden.

Uit recent onderzoek is gebleken dat het orgel in eerste aanleg in 1777 is gebouwd door de Amsterdamse orgelbouwers Groet en Vool. Het is oorspronkelijk gebouwd als huisorgel voor de welvarende landbouwer en houthandelaar Sebo Hendriks van Houten in ’t Waar bij Nieuwolda.

Het was nog steeds in het bezit van de familie van Houten, toen het in 1844 werd uitgebreid door de orgelmaker Freytag, de laatste Nederlandse vertegenwoordiger van de Schnitgertraditie.

Begin 20e eeuw heeft het orgel dienst gedaan als kerkorgel in de doopsgezinde kerk van Zijldijk. Het orgel bleek niet echt geschikt als kerkorgel. In 1935 werd het geschonken aan het Groninger Museum, ter plaatsing in de Menkemaborg.

Volgend jaar staat het kabinetorgel centraal in de tentoonstelling ”Muziek in de Menkemaborg”. Dan moet het ook te beluisteren zijn.

Meer informatie: www.menkemaborg.nl