Peter heeft er wat voor over. Dagelijks reist hij een uur en een kwartier naar zijn werk. Per trein, welteverstaan. Perfecte momenten om lessen en dagopeningen voor te bereiden. Peter is docent mechanische techniek aan het Calvijn College, locatie Krabbendijke Kerkpolder.

Was het een droom om docent te worden?

„Het onderwijs interesseerde me al sinds de mts. Zo’n tien jaar geleden begon het steeds meer te kriebelen. Ik was verrast toen ik vorig jaar de advertentie voor docent mechanische techniek zag staan. Dat vak past bij me, wist ik direct. Ik heb een dosis werkervaring en weet waar ik de jongens voor opleid.”

Wat hebt u met pubers?

„Ik waardeer hun openheid. Ik kan kennis aan hen kwijt, maar vind het minstens zo interessant om hun sociale vaardig­heden bij te brengen. Zorgleerlingen spreken me aan; leerlingen met faalangst bijvoorbeeld.”

Wat waren uw verwachtingen?

„Ik vond het spannend, maar zag er niet echt tegen op. Het leidinggeven was ik gewend en ik voelde me gesteund door de zomercursus die ik op het Calvijn College kreeg aangeboden.”

En?

„Het is de baan die bij me past. Dat wil niet zeggen dat ik geen lastige momenten heb gehad. Ik liep vooral tegen gedragsproblemen van pubers aan. Daar had ik totaal geen ervaring mee. Hoe pak je een leerling aan die verbaal behoorlijk agressief is? Ik wist het niet. Nu volg ik een studiemodule over gedragsproblemen en krijg ik er meer inzicht in. Ook vond ik het lastig om consequent te zijn en te blijven.”

Grootste pluspunt?

„De vrijheid in de klas. En het omgaan met jongeren.”

Grootste minpunt?

„De prestatiedruk op leerlingen is groot. En op docenten dus ook. Uit elke periode moeten cijfers rollen. Vooral de eerste maanden gaf dat spanning: liep ik wel op schema?

Voor zorgleerlingen is naar mijn idee in mijn lessen daar­door soms te weinig tijd beschikbaar.

Het viel me op dat de organisatiestructuur binnen een school heel anders in elkaar zit dan die in een bedrijf. In de metaalsector is de flexibiliteit groter en wordt sneller actie onder­nomen.”

Waar liggen uw kwaliteiten?

„Mijn vakkennis is groot. 
Door mijn ervaring in het bedrijfs­leven heb ik ook meer levenswijsheid dan een jonge docent.”

U bent een startende docent. Is dat een nadeel?

„Ouders vergoelijken wel eens: „U staat net voor de klas.” Ik word goed begeleid door een coach. Als ik vastloop, krijg ik goede feedback. Daarnaast moet je als docent een goede coach voor jezelf zijn; je moet reflecteren op je eigen handelen. Daar leer je van.”

Wat betekenen ervaren collega’s voor u?

„Ze zijn tot steun. Zo krijg ik bijvoorbeeld concrete adviezen over het beoordelen van werkstukken of de organisatie van het opruimen van materialen. Maar ook wat de beste lichaamshouding is voor de klas en hoe ik overzicht kan houden.”

Welke blunder blijft u bij?

„Ik wilde laatst een werkstuk van een leerling oprapen van de vloer. Het was net gelast en dus nog warm. Ik brandde mijn vingers behoorlijk.”