Onvoorziene uitgaven
Wat is een goed streefbedrag om als buffer achter de hand te houden in het geval zich onvoorziene uitgaven aandienen?
Voorbereid zijn op onverwachtse uitgaven is wel zo handig. Stel je voor, de koelkast begeeft het of de verwarmingsketel begint opeens eigenaardig te pruttelen. Of er moet plotseling een meubel vervangen worden. Meestal is dit soort kosten nog wel het hoofd te bieden. Maar welk bedrag is nodig om de wat grotere uitgaven te kunnen betalen, bijvoorbeeld een nieuwe auto of het vervangen van de keuken, zonder daarvoor een lening af te sluiten?
Speciaal voor dit soort uitgaven heeft het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) een Bufferberekenaar ontworpen. De Bufferberekenaar werkt heel makkelijk: er wordt gevraagd naar het maandsalaris, de hoogte van allerlei toeslagen en gegevens voor overige inkomsten.
Na het invullen van de persoonlijke gegevens komen twee soorten bedragen op het scherm. De minimumbuffer, hoeveel geld minimaal achter de hand gehouden moet worden, en de adviesbuffer, een bedrag dat boven dat van de minimumbuffer ligt en afhankelijk is van de ingevulde gegevens over het type huishouden.
Het Nibud adviseert voor alleenstaanden een minimumbuffer van 3600 euro en voor stellen 4300 euro. Gezinnen met thuiswonende kinderen zouden nog wat meer opzij moeten zetten. Als alleenstaanden en stellen een koophuis bezitten, loopt dit bedrag snel op. De buffer voor singles met koophuis ligt op 14.000 euro, die van partners met koophuis op 16.500 euro.
Bron: nibud.nl/sparen-vermogen