Het verhaal achter het statige druppelknopgewicht
Gerard Warburg uit Apeldoorn houdt er een opmerkelijke verzameling op na: druppelknopgewichten uit de periode 1820-1912. Hij is gefascineerd door het verhaal achter de gebruiksvoorwerpen.
Mijn eerste gewicht kreeg ik van mijn tante. Ik had een aantal oude werktuigen, zoals een sikkel en een hamer, en ruilde die met haar voor een aquarium, een aantal gewichten en wat geld. Ik was toen een jaar of 14 en vond dat aquarium uiteraard het boeiendst.
De gewichten heb ik echter nooit weggedaan. Een aantal jaren geleden kwam ik ze op zolder weer tegen en toen werd mijn belangstelling gewekt. Het fascineert me dat die gebruiksvoorwerpen een heel leven hebben gehad. Een winkelier heeft ze meer dan honderd jaar geleden gebruikt en nu staan ze bij mij op de plank. Dat is toch geweldig?
Ik kwam in contact met verzamelaar Tjark Dolfing uit Zeeland, die me enthousiast maakte om ook een verzameling te beginnen. Al snel ben ik me gaan toeleggen op druppelknopgewichten. Deze gewichten hebben een mooi vormgegeven knop in de vorm van een druppel op de bovenkant. Alles op het gebied van gewichten verzamelen zou simpelweg te veel zijn. De meeste druppelknopgewichten zijn gemaakt tussen 1820 en 1875, hoewel er ook enkele vroegere bekend zijn. De gewichten hebben een statige uitstraling en gaven de winkelier een zekere status.
Een van mijn eerste exemplaren kreeg ik van Dolfing. Hij spaart zelf bakkerijgewichten en gunde me een bijzonder druppelknopgewicht. Veel heb ik ook te danken aan Ritzo Holtman, die een absolute expert is op het gebied van gewichten en me enorm veel geleerd heeft.
Op het eerste gezicht is een gewicht misschien een gewicht, maar het bijzondere is nu juist dat er veel meer over te vertellen valt. Zo staan er in vrijwel alle gewichten stempeltjes van ijkmeesters. Elke ijkmeester en elke fabrikant hanteerde zijn eigen symbool, waardoor je precies kunt zien wie het gewicht heeft geijkt of gemaakt. Daarnaast bracht de ijker een letter aan, die staat voor het jaar van ijking. Als een gewicht niet meer zwaar genoeg was, sloeg hij er kleine staafjes lood in. Bij afkeuring stempelde hij er ten minste twee driehoekjes op.
Voor instellingen zoals banken en apotheken luisterde het precieze gewicht heel nauw. Zij lieten hun gewichten vaak fijnijken. Zo’n gewicht is herkenbaar doordat de ijkmeester er twee kantoormerken op aanbracht.
Hoewel in de Tweede Wereldoorlog veel gewichtjes zijn omgesmolten, zijn er nog altijd veel over. De tijd dat iedereen een paar gewichtjes op de schoorsteen had staan, is echter voorbij.
Ik vind het leuk om de verzameling niet alleen voor mezelf te houden, maar die zo veel mogelijk open te stellen. Daarom probeer ik ook al mijn gewichten met een duidelijke foto en de bijbehorende gegevens op mijn internetsite oudegewichtjes.nl te zetten. Ik vind het de moeite waard om een zo compleet mogelijke verzameling voor het nageslacht te bewaren. Daarom ben ik ook voortdurend op zoek naar nieuwe gewichten.