Bruinvis bedreigd
Vroeger zwom-ie in de Amsterdamse grachten, daarna verdween hij bijna uit beeld, maar sinds de jaren negentig is de bruinvis bezig aan een comeback in de Nederlandse wateren. Toch wordt de walvisachtige in zijn voortbestaan bedreigd.
Vrijwel dagelijks spoelen ze aan op de Nederlandse kust: dode bruinvissen. Vorig jaar strandden er 478 dieren, op 1 juni dit jaar stond de teller op 142. Volgens Stichting De Noordzee (SDN), een natuurorganisatie die zich inzet voor een duurzaam gebruik van de Noordzee, is het slechts het topje van de ijsberg.
Naar schatting komen jaarlijks duizenden bruinvissen op onnatuurlijke wijze om in de Noordzee. Een fors deel komt om door bijvangst, zegt Joop Coolen van SDN. Verstrikt in netten die voor andere vissen bedoeld zijn, verdrinken de zoogdieren.
Ook op andere gebieden is de mens de grootste vijand van de bruinvis. Vervuiling tast hun leefgebied en voedselketen aan. Lawaai van onder meer de scheepvaart –de bruinvis heeft een uiterst gevoelig gehoor– vormt een serieuze bedreiging.
Met een populatie van naar schatting 250.000 bruinvissen, vormt het hoge aantal sterfgevallen een regelrechte bedreiging voor het voortbestaan van de kleinste walvisachtige in de Noordzee, aldus Coolen. „En dan zien we nog niet eens hoeveel bruinvissen er als gevolg van menselijke activiteiten omkomen, maar níét aanspoelen. Uit Spaans onderzoek blijkt dat slechts 20 procent strandt. Het werkelijke aantal dode dieren was daar dus vijfmaal hoger dan het aantal aangespoelde exemplaren.”
Een deel van de gestrande bruinvissen is ernstig verminkt. De verwondingen leidden vorig jaar tot ophef bij natuurorganisaties. Die wezen met de beschuldigende vinger naar de vissers. Het Korps landelijke politiediensten startte een strafrechtelijk onderzoek en het openbaar ministerie liet het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) onderzoek doen naar de verminkingen.
Het NFI vond geen aanwijzingen dat de verwondingen moedwillig door mensen zouden zijn aangebracht, waarna het strafrechtelijk onderzoek werd stopgezet. Volgens het NFI is beschadiging door scheepsschroeven de meest waarschijnlijke verklaring voor het letsel.
Toch bestaat tot op de huidige dag onduidelijkheid over de verminkingen. Imares, onderdeel van Wageningen Universiteit, en het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) blijven erbij dat de bruinvissen door vissers zijn kapotgesneden. Verder onderzoek van de Universiteit Utrecht moet meer duidelijkheid geven.
Intussen maken natuur- en milieuorganisaties zich in toenemende mate zorgen over het grote aantal dode bruinvissen. Om die reden bood Stichting De Noordzee in april meer dan 12.000 handtekeningen aan aan de vaste Kamercommissie van landbouw, natuur en visserij.
Coolen: „Ondanks toezeggingen in 2009 neemt de overheid nog steeds te weinig maatregelen om de bruinvis te beschermen. Vorig jaar gaf de Tweede Kamer de minister nog opdracht om het aantal strandingen met 90 procent te verminderen. Dat is niet gebeurd.”
De bruinvis geldt als een beschermde soort. Nederland is daarom verplicht om in het kader van Natura 2000 een soortenbeschermingsplan op te stellen. Hier wordt weliswaar aan gewerkt, maar veel resultaat heeft dit volgens SDN nog niet opgeleverd. „Intussen spoelen er nog steeds bruinvissen aan op onze kust, waarvan bij een deel met grote zekerheid is vastgesteld dat ze door menselijk handelen zijn omgekomen.”
Hoog tijd voor doeltreffende maatregelen, vindt SDN. „Wij willen dat de Tweede Kamer de minister dwingt nu eens echt werk te maken van bescherming van de bruinvis. Door een Noordzeebreed beschermingsplan, bijvoorbeeld. En door met harde cijfers te komen over bijvangst, zodat we samen met de vissers kunnen zoeken naar oplossingen.”
Een van die oplossingen zou de pinger kunnen zijn, een apparaatje dat, bevestigd aan visnetten, een ultrasoon geluid maakt waarmee de bruinvis op afstand wordt gehouden.
Voor Coolen en zijn stichting heeft de bescherming van de bruinvis topprioriteit. „De bruinvis is een symbool voor een gezonde Noordzee. Het dier staat bovenaan in de voedselketen. Samen met zeehonden en haaien zorgen ze voor het opruimen van zieke vissen en andere dieren, waardoor de populaties van de prooidieren gezond blijven. De bruinvis is, net als elke toppredator, een onmisbaar onderdeel van het ecosysteem.”
Zeevarken
De bruinvis (Phocoena phocoena) is met een lengte van 1,80 meter de kleinste walvisachtige in de Noordzee. De soort komt veel voor in de Noordzee en de Nederlandse kustwateren.
Vanwege de dikke speklaag onder de huid wordt de bruinvis ook wel zeevarken genoemd. In de middeleeuwen geldt het vlees als lekkernij.
In de 17e eeuw is de populatie bruinvissen zo groot dat het dier zelfs in de Amsterdamse grachten opduikt. Vanaf 1950 wordt de bruinvis een steeds zeldzamer verschijning, maar vanaf 1995 neemt zijn aantal in de Noordzee weer sterk toe. De totale Noordzeepopulatie bedraagt naar schatting 250.000 exemplaren.