Dat stelde minister Maxime Verhagen (Buitenlandse Zaken) woensdagavond in een debat met de Tweede Kamer over de goedkeuring van een internationaal verdrag dat het gebruik en de productie, opslag en overdracht van clustermunitie verbiedt. De SP, GroenLinks en PVV pleitten ook voor een doorvoerverbod. Maar daar gaat het kabinet niet in mee.

De Tweede Kamer stemt naar verwachting donderdag in met het verdrag, dat in december 2008 mede door Nederland is ondertekend en op 1 augustus dit jaar in werking treedt. Clusterbommen bestaan uit honderden bommetjes die exploderen zodra ze de grond raken. Veel bommetjes ontploffen niet en vormen nog jarenlang een gevaar.

Het vervoer van clustermunitie die eigendom blijft van een bondgenoot die het verdrag niet heeft ondertekend, valt volgens de minister niet onder een verbodsbepaling uit het verdrag. Ook geldt het Nederlandse recht niet voor NAVO-krijgsmachten die door ons land reizen, waardoor een verbod niet kan worden afgedwongen. De SP en GroenLinks wezen erop dat Oostenrijk de doorvoer van clustermunitie wel heeft verboden. Maar volgens Verhagen gaat die vergelijking niet op, omdat Oostenrijk geen lid is van de NAVO.

Nederland gebruikt geen clustermunitie meer. Een groot deel van de voorraad is inmiddels vernietigd, vrijwel de rest volgt dit jaar. Een „zeer beperkte hoeveelheid” clustermunitie wordt bewaard voor trainingsdoelen, zei minister Eimert van Middelkoop (Defensie). Nederland zal, zoals het verdrag voorschrijft, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties daarover periodiek informeren.

Landen als de Verenigde Staten, Israël, China, Rusland, Brazilië en India hebben het verdrag niet ondertekend. Bij deelname aan internationale (vredes)operaties zal Nederland zijn verdragsverplichtingen kenbaar maken en landen die geen partij zijn bij het verdrag aansporen geen clustermunitie te gebruiken, benadrukten Verhagen en Van Middelkoop.