Het aantal gezinnen dat een beroep heeft gedaan op gemeentelijke kredietbanken is in de eerste drie maanden van dit jaar gemiddeld met 40 procent gestegen ten opzichte van dezelfde periode in 2002.

Dat heeft het Platform Integrale Schuldhulpverlening dinsdag bekendgemaakt. Het platform onderzoekt momenteel samen met de Vereniging Nederlandse Gemeenten de vraag naar krediethulpverlening. Vandaag werden de eerste onderzoeksresultaten van elf gemeenten besproken tijdens een bijeenkomst van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) over jongeren die rood staan.

Ruim eenzesde van het aantal mensen dat aanklopt bij de kredietbanken is onder de 25 jaar. Volgens het Nibud is het zorgwekkend dat uit het onderzoek blijkt dat eveneens het aantal jongeren stijgt dat een beroep moet doen op schuldhulpverlening.

Jaarlijks kloppen tussen de 70.000 en 80.000 gezinnen in geldnood bij gemeentelijke kredietbanken aan voor hulp. „Voor dit jaar zouden daar nog eens 30.000 gezinnen bijkomen”, aldus projectleidster W. van den Bichelaer van het platform.

„We merken duidelijk dat mensen in de problemen komen, doordat ze in de hoogtijdagen grote schulden hebben gemaakt en nu bijvoorbeeld niet meer hun hypotheeklasten kunnen dragen”, stelt de projectleidster. „Toen het economisch nog goed ging, zaten die mensen misschien al op het randje. Nu het slechter gaat, worden ze daar overheen geduwd. Ook vallen veel mensen terug in inkomen, doordat ze hun baan zijn kwijtgeraakt.”

De toename in de aanmeldingen verschilt per gemeente sterk. Minimaal is er bij kredietbanken in de eerste drie maanden van dit jaar een stijging gemeten van 20 procent, terwijl de groei in sommige plaatsen oploopt tot 50 procent. Door de extra vraag naar hulpverlening zwellen de wachtlijsten ook aan. Normaal is de gemiddelde wachttijd vier tot vijf weken. Dat is in sommige gemeenten inmiddels opgelopen naar drie maanden.

Positief is volgens Van den Bichelaer wel dat uit de eerste resultaten van het onderzoek blijkt dat mensen de weg naar de schuldhulpverlening sneller weten te vinden. „Mensen vragen eerder om advies en dat maakt het voor ons makkelijker om ze te helpen. Het komt nu vaker voor dat mensen er op eigen kracht uitkomen, terwijl voorheen de mensen pas belden als de deurwaarder al op de stoep stond.”