„De Congolezen moeten een einde maken aan de aanvallen op mensenlevens en op menselijke waardigheid en in het bijzonder een einde maken aan de verkrachtingen”, die in grote delen van het land worden gepleegd. Kabila stelde voorts dat het land, dat 30 juni 1960 onafhankelijk werd van België, geplaagd wordt door „tribalisme (de stam centraal stellen), regionalisme, nepotisme, onverantwoordelijkheid, diefstal, het achteroverdrukken van staatseigendom en verder alles wat in strijd is met waarden”.

Kabila gaf dit sombere beeld van het land van 2,35 miljoen vierkante kilometer en met meer dan 60 miljoen inwoners in een toespraak tot onder anderen de Belgische koning Albert II, een reeks Afrikaanse staatshoofden en VN-chef Ban Ki-moon.