Begin jaren negentig zat ons land in de internationale achterhoede. Nu staan we op de tweede plaats achter Zweden.

Dat blijkt uit een internationaal vergelijkend onderzoek dat dinsdagmiddag is overhandigd aan minister Van der Hoeven van Onderwijs. Bijna 150.000 kinderen in 35 landen deden eraan mee. In Nederland legden in de zomer van 2001 4200 leerlingen van 138 basisscholen die destijds in groep zes zaten, een test af.

Minister Van der Hoeven toonde zich zeer tevreden met de resultaten. Ze benadrukte dat de investeringen die de overheid in de afgelopen jaren in het onderwijs deed, het gewenste resultaat hebben.

Nederlandse kinderen behalen bij het begrijpen van verhalende teksten een derde plaats, na Zweden en Engeland. Bij informatieve teksten komen ze op de tweede plaats, na Zweden en voor Bulgarije, Letland en Engeland. Gemiddeld staat Nederland volgens de systematiek van het onderzoek op de tweede plaats.

Opmerkelijk is dat meisjes overal hoger scoren dan jongens. Het verschil tussen meisjes en jongens is in Nederland relatief gezien klein.

Voorlezen, vertellen en liedjes aanleren door ouders is heel goed voor de taalontwikkeling. Ook de opleiding van de ouders speelt een belangrijke rol. Hoe hoger het onderwijs, hoe beter de score. Verder hebben voorschoolse opvang en televisiekijken een positief effect. Televisiekijken en computeren doet de Nederlandse jeugd veel en graag. Kranten lezen is ook goed, maar daar houden Nederlandse kinderen in vergelijking met leeftijdsgenootjes in andere landen, minder van.