Relatief weinig weerstand bij opmars Amerikanen in Bagdad
Amerikaanse troepen hebben woensdag hun offensief in Bagdad voortgezet. De Iraakse tegenstand bleef beperkt. Duizenden mariniers konden bijna ongestoord het overwegend arme sjiitische noordoosten van de metropool binnentrekken. Daar in Saddam City ontmoetten de Amerikanen zeer weinig weerstand, aldus een meereizende verslaggever van het persbureau Reuters.
De weinige bewoners die zich op straat begaven, begroetten de mariniers warm. In de wijk wonen 2 tot 3 miljoen mensen. Enkele mensen juichten en klapten. In het verleden zijn vanuit dit stadsdeel opstanden gemeld tegen het bewind van Saddam Hussein.
Volgens Reuters viel er bij het binnengaan van Saddam City geen schot. Elders in de stad werd opnieuw sporadisch gevochten. In het centrum klonk artillerie- en machinegeweervuur. Ook in het zuiden van de stad werd strijd geleverd.
Nabij het belangrijkste presidentiële paleis in het hart van Bagdad bezetten twee Amerikaanse tanks nog steeds de al-Jumhuriyabrug over de Tigris. Woensdagochtend schoten de tanks op Iraakse stellingen die de oostelijke uitgang van de brug versperren. De gevechten volgden na een relatief rustige nacht.
In het zuiden van de stad werd woensdag ook gevochten. Volgens een Amerikaanse militaire woordvoerder is inmiddels bijna een hele gepantserde brigade in Bagdad gearriveerd om de Amerikaanse posities te consolideren. Intussen scheren Amerikaanse gevechtsvliegtuigen over de metropool.
De Amerikanen zeggen dat hun vliegtuigen nu ongehinderd over heel Irak kunnen vliegen. „De luchtmacht van de coalitietroepen heeft zijn suprematie gevestigd in het luchtruim boven het hele land. Dit betekent dat de vijand niet meer effectief kan ingrijpen in de luchtoperaties van de coalitie”, aldus de Amerikaanse generaal-majoor Stanley McChrystal.
Dinsdag zetten Irakezen nog een grote tegenaanval in. Met bussen en vrachtwagens staken de Iraakse strijders de Tigris over om de aanval te openen op Amerikaanse tanks die aan de westoever van de rivier een kruispunt bezet hielden. Twee Amerikaanse militairen werden verwond, één ernstig, door Iraakse sluipschutters die zich op daken posteerden.
Nadat Amerikaanse Warthog-vliegtuigen en Britse Tornado’s de Irakezen onder vuur hadden genomen keerden de Amerikaanse tanks naar het kruispunt terug. Ongeveer vijftig Irakezen zouden bij de beschietingen zijn omgekomen.
Een kolonel van de Amerikaanse troepen in Bagdad, David Perkins, zei dat ongeveer 500 Irakezen aan de tegenaanval hadden deelgenomen. Hij zei dat er leden van de Speciale Republikeinse Garde, paramilitaire Fedayeen en activisten van de Ba’ath-partij bij waren. Veel strijders droegen burgerkleding, zei hij.
De laatste twee dagen is het Amerikaanse leger weinig Irakezen tegengekomen die zich overgaven. Velen hebben zich doodgevochten. De Republikeinse Garde is nog actief en krijgt nog altijd bevelen, constateerde het Pentagon dinsdag op een persconferentie.
Ook op andere plaatsen in Bagdad voerden Irakezen dinsdag aanvallen uit op Amerikaanse posities. Hier en daar vonden korte vuurgevechten plaats, maar nergens maakten de Amerikanen aanstalten om zich terug te trekken.
Woordvoerder Frank Thorp van het Centrale Commando in Qatar zei dat Iraakse troepen worden aangevallen waar zij worden aangetroffen. Gaandeweg proberen de coalitiestrijdkrachten meer gebied te onttrekken aan de greep van het regime van Saddam Hussein.
In het zuidoosten van Bagdad vochten Amerikaanse mariniers en Iraakse paramilitairen om het militaire vliegveld Rashid. Het vliegveld ligt tussen de Diala en de Tigris, in wat volgens Amerikaanse officieren „een gebied van grote militaire betekenis” is. Door het vliegveld in te nemen hopen de Amerikanen een betere greep op Bagdad te krijgen en te voorkomen dat belangrijke Irakezen de stad ontvluchten.
Bij de slag om het vliegveld werd een Amerikaans gevechtsvliegtuig neergehaald. De piloot bracht zich met zijn schietstoel in veiligheid. De Amerikanen zeggen diverse Iraakse tanks en pantserwagens te hebben vernietigd.
In de buurt van het vliegveld veroverden de mariniers een gevangenis, waar zij stuitten op uniformen van het Amerikaanse leger. Mogelijk zijn het de uniformen van krijgsgevangenen. Soldaten van de landmacht ontdekten in een grot een luxueuze schuilplaats, met twaalf kamers en marmeren vloeren.
Amerikaanse militairen zijn Bagdad dinsdag vanuit het noorden binnengevallen. Voor zover bekend is dat voor het eerst.
Onduidelijkheid is er nog steeds over het lot van president Saddam Hussein. Amerikanen omschreven de aanval van maandag op de leider als „zeer, zeer effectief.” Maar generaal-majoor McChrystal kon niet zeggen of de „doelen” nog in leven waren.
Bronnen binnen de Britse veiligheidsdienst verklaarden tegenover de BBC dat zij geloofden dat Saddam Hussein was ontsnapt. Hij zou enkele minuten voor het bombardement het gebouw hebben verlaten. Getuigen verklaarden dat zeker veertien burgers bij de aanval het leven verloren. Vier huizen werden vernietigd.
Honderden Iraakse families proberen intussen de hoofdstad te ontvluchten. „Ik sluit het huis en ga met mijn familie naar een veiliger plaats. Ik zal af en toe terugkomen om te zien of er iets is gebeurd”, zei de 53-jarige Ali Rishek voor hij met vrouw en drie kinderen vertrok.
Ziekenhuizen in Bagdad liggen vol met gewonden als gevolg van de hevige gevechten. Internationale hulporganisaties waarschuwen dat medische voorraden op beginnen te raken en dat ziekenhuizen vol liggen met burgerslachtoffers en dat ze het maximum van hun capaciteit bereiken.
„De situatie in Bagdad begint kritiek te worden, vooral met de stroomonderbrekingen”, aldus Nada Doumani van het internationale Rode Kruis. De zegsvrouw voegde eraan toe dat de watertoevoer door de uitval van de elektriciteit wordt bedreigd.