Grieks en Latijn leren in de lesauto
Een paar straaljagers razen met oorverdovend lawaai over Nunspeet. In de huiskamer heft ds. G. van Leijen zijn hoofd op: „Die gaan van Soesterberg naar Leeuwarden”, zegt hij. „Over een uurtje zijn ze weer terug.” Zes jaar zat hij bij de luchtmacht, maar „dat was het niet.” Woensdagstaat de hervormde emeritus predikant 25 jaar in het ambt.
„Op mijn twaalfde jaar stond het bij mij vast dat ik piloot zou worden”, zegt ds. Van Leijen. „Ik had bewust de oorlog meegemaakt en was vastbesloten over mijn toekomst. Vijf jaar later kwam ik bij de luchtmacht. Maar wat ik ook probeerde, ik zou nooit een straaljager besturen. Mijn moeder was er zeer op tegen omdat er destijds iedere week wel een neerstortte. Ik moest aan de grond blijven.” Gerard van Leijen, geboren in 1932 in IJsselmuiden, begon een rijschool in zijn huidige woning in Nunspeet.
De omslag kwam tijdens de trouwdienst van zijn broer, die werd geleid door ds. Joh. Verwelius. „De Heere greep in. Ik kreeg de schuldbrief thuis en kwam daar niet meer van los. Die trouwdienst bracht in mijn leven een grote geestelijke verandering teweeg. Kort daarop nam ds. N. Kleermaker een beroep aan naar Nunspeet. Onder zijn prediking werden mijn vrouw en ik steeds dieper ingeleid. We zijn de Heere dankbaar voor die gezegende tijd.”
Zeven jaar lang bekwaamde Van Leijen de Nunspeters in de kunst van het autorijden. Toen kwam de roeping. „Ik kreeg de roeping en de begeerte om het Woord van God te verkondigen. Maar ik drukte het weg. Drie jaar later werd de roeping zo krachtig dat ik theologie ging studeren.”
Ds. Van Leijen legt uit waarom hij voor de theologische faculteit in Groningen koos. „Ik kon maar drie dagen per week naar de faculteit, omdat ik ook de rijschool moest voortzetten. In Groningen zette men voor mij de belangrijkste colleges op die drie dagen.”
De emeritus predikant vertelt met smaak hoe hij tijdens zijn eerste studiejaren in de lesauto Grieks en Latijn leerde. „Iedere avond maakte ik een kaart met werkwoorden die ik tussen de zonneklep van de auto deed. Ik wierp twee seconden een blik op de kaart en repeteerde het rijtje woorden. Aan het einde van de dag zaten ze erin. Het leidde me niet af van mijn werk. Zo heb ik het jaren gedaan. Niemand had het in de gaten.”
De rustige route Nunspeet-Harderwijk bood de toenmalige rij-instructeur en zijn leerlingen gelegenheid tot praten. Niet gehinderd door al te veel verkeer „kwam het nogal eens tot een geestelijk gesprek.” Hij heeft daar zelfs vrienden aan overgehouden.
In Hasselt verleende Van Leijen bijstand in het pastoraat. In die tijd deed hij zijn rijschool van de hand. Na een vijf jaar durende studie werd hij in februari 1978 beroepbaar gesteld. Ds. J. J. W. Mouthaan bevestigde hem in Wilnis tot predikant. Afgelopen zondag hield hij daar een herdenkingsdienst. „Ik vind het moeilijk om zelf te zeggen, maar de Heere heeft het werk daar gezegend.”
Na acht jaar nam hij een beroep aan naar Otterlo en daar stond hij tot zijn emeritaat in 1994. „Ook daar werkte ik met vreugde. In beide gemeenten hebben we nog steeds goede betrekkingen. Ik voel me aangetrokken tot de eenvoudige plattelandsmens. Mijn vrouw en ik zijn op het platteland opgegroeid. Ik ben zelf een Veluwnaar, dus ik ken ze wel een beetje. Maar als mij de weg naar een stadsgemeente was gewezen, was ik ook gegaan.”
Bij het catechesewerk kwam zijn ervaring als rij-instructeur goed van pas. „Onderwijzen lag me wel. Het verschil was dat ik tijdens de theorielessen te maken had met gemotiveerde mensen die hun rijbewijs wilden halen. In een gemeente sta je voor een groep catechisanten bij wie de motivatie ontbreekt. De mens begeert van nature niet de dingen die van boven zijn. Ik moest geduld oefenen om de jonge mensen bij de les te houden. Nog steeds heb ik grote liefde voor het onderwijzen in de geestelijke weg die we in dit leven moeten gaan. Daarin zijn we echter afhankelijk van de Heilige Geest.”
Het werk in de ’eensmansgemeenten’ was zwaar. Ds. Van Leijen besloot op 62-jarige leeftijd vervroegd met emeritaat te gaan. „Niet om met de armen over elkaar te gaan zitten, maar om het werk in bepaalde mate voort te zetten. De emeritus werd ’huisdominee’ in zorgcentrum De Hullen in Oldebroek. „Het contact met oudere mensen heeft mij altijd aangetrokken. Ze zijn ontvankelijk voor het geestelijke. Ook ben ik in De Hullen niet alleen herder over hervormde schapen. Ik vind het een uitdaging om met al die verschillende mensen te spreken over het enige nodige dat gekend moet worden.”
Ook het personeel van het zorgcentrum kan bij hem terecht. „Het gaat niet om mijn eer”, zegt de predikant, „maar om de eer van de Heere. Hij heeft mij langs een bijzondere weg tot dit ambt geleid. Tot mijn dertigste jaar had ik geen enkele ambitie om predikant te worden. Maar de Heere heeft doorgezet. Ik was al 45 toen ik predikant werd.”
Kenmerkend voor ds. Van Leijen -hij preekt nog iedere zondag- is zijn luide en duidelijke stem. „Is dat die dominee met die harde stem?” vraagt men wel eens als het over de predikant gaat. „Ik krijg van oudere mensen daarover wel eens lof toegezwaaid”, zegt hij. „Maar ook het duidelijk spreken is me gegeven.