De moslim Delic was in 2008 tot drie jaar cel veroordeeld voor zijn medeverantwoordelijkheid voor het brute optreden van buitenlandse moedjahedienstrijders tijdens de oorlog in Bosnië (1992-95). Delic overleed in april terwijl zijn hoger beroep nog liep. Zijn zoon vroeg het tribunaal de beroepsprocedure voort te zetten om de naam van Delic alsnog te zuiveren.

Het was voor het eerst dat het VN-tribunaal geconfronteerd werd met de vraag of het een zaak mag voeren tegen een dode. Zoals gebruikelijk keek het ter inspiratie naar de praktijk in VN-lidstaten zoals Azerbeidzjan, Zweden, Oostenrijk, VS en Nieuw-Zeeland, maar kon geen consistente lijn ontdekken. Mede geïnspireerd door eerdere besluiten van andere internationale hoven zoals het Internationaal Strafhof en het Speciaal Hof voor Sierra Leone besloten de beroepsrechter dat het tribunaal de zaak niet mag voortzetten.