Boormanager Paul Jansen sprak tijdens een persbijeenkomst van een prestatie van formaat. De boorders werken onder zware omstandigheden - het is erg warm onder de grond - en leveren een tunnel van een hoge kwaliteit. „Per saldo zijn er nergens grote problemen opgetreden en ook heeft de Amsterdamse bodem goed gereageerd op de passage van de boor.” De maatregelen die moesten voorkomen dat panden langs de route zouden verzakken, hebben volgens Jansen goed gewerkt. De boor heeft amper invloed gehad op markante panden als de Beurs van Berlage, de Bijenkorf en Industria. Jansen zei zich te beseffen dat dit slechts de eerste tunnelbuis is en dat voortdurende alertheid noodzakelijk blijft. „Maar dit geeft in elk geval vertrouwen voor het vervolg.”

De boormachine, die 85 meter lang is, wordt nu grotendeels gedemonteerd. Voor het boren van de tweede, westelijke tunnelbuis vanaf Centraal Station staat een nieuwe boorkop gereed. Deze is Noortje gedoopt. De boorkop wordt aangevuld met onderdelen en de volgwagens van Gravin.

Volgens verantwoordelijk wethouder Eric Wiebes hebben deskundigen hem verzekerd dat de tunnelbuis een van de mooist afgewerkte ter wereld is. Hij denkt dat de Amsterdammers de aanleg van de metrolijn, die Amsterdam-Noord met de Zuidas moet verbinden, pas echt zullen accepteren als de voertuigen echt gaan rijden. Dat is zoals het er nu naar uitziet in 2017.

Hoewel hij de eerste tunnelbuis een „goed begin” noemde, blijft er volgens hem nog veel te wensen over. Zo wil hij zich inzetten voor een betere positie van ondernemers langs de route, die al jarenlang hinder ondervinden van de bouwputten.