Staat en maatschappij
Acta Politica (volume 45, nummers 1/2) heeft een dubbelnummer gewijd aan de EU en met name aan de nieuwe lidstaten. In deze landen ontbreekt zowel een krachtige civil society als een daadkrachtig overheidsapparaat.
De staat moet nauwe betrekkingen onderhouden met allerlei maatschappelijke groeperingen en instanties. Van burgers wordt verwacht dat ze niet alleen deelnemen aan de verkiezingen, maar ook lid zijn van verenigingen, vrijwilligerswerk verrichten en hun stem laten horen bij protesten.
Er blijkt duidelijk verschil te zijn tussen de oude en de nieuwe lidstaten van de EU als het gaat om de kracht van staat en maatschappij. Maar sommige nieuwe lidstaten (Estland, Tsjechië, Slovenië) scoren beter dan oude lidstaten zoals Griekenland en Italië. Roemenië en Bulgarije zijn over de hele linie de zwakste broeders.
Als het gaat om participatie in verenigingen scoren Zweden en Nederland het hoogst. Ook oude EU-lidstaten zoals Frankrijk en Duitsland zitten een stuk lager. Op het punt van corruptie komen Finland, Denemarken en Zweden het beste uit de bus. Van de nieuwe lidstaten zijn het Slovenië, Estland en Hongarije. Griekenland en Italië zitten daar net onder. Bulgarije en Roemenië zijn de corruptste lidstaten.
Waar ontmoeten partners elkaar tegenwoordig? Mens & Maatschappij (85e jaargang, nummer 2) bevat een studie over de sociale differentiatie in ontmoetingsplaatsen. Terwijl familie, kerk en buurt minder invloed hebben op de partnerkeuze, zijn de mogelijkheden tot het ontmoeten van potentiële partners enorm toegenomen.
Veel mensen zoeken een partner die op hen lijkt. Tot in de jaren zeventig waren religieus homogame huwelijken in Nederland de norm: je trouwde met iemand met iemand van dezelfde kerkelijke stroming. Door de toegenomen arbeidsparticipatie van vrouwen is de kans toegenomen om een partner op het werk te vinden. Met de komst van internet is het mogelijk geworden om zeer gericht naar een partner te zoeken. De geografische horizon is daarbij in principe onbeperkt. Toch kiezen ook nu de meeste mensen een partner die in de buurt woont.
Wetenschappers onderscheiden veelal publieke, besloten en private ontmoetingsplekken. De meeste Nederlanders ontmoeten hun partner op een publieke plek (café, bioscoop, openbaar vervoer et cetera), een derde op een besloten plek (vereniging, werk, school et cetera) en een vijfde op een private plek (familie, vriendenkring).
Jongeren, laag opgeleiden, rooms-katholieken en plattelanders zijn hun partner vaak tegengekomen op een publieke ontmoetingsplek. Jongvolwassenen, hoger opgeleiden, ouderen, gereformeerden en stadsbewoners hebben hun partner veelal ontmoet op een besloten ontmoetingsplek. Eigen scholen en verenigingen zijn voor gereformeerden nog steeds van grote betekenis. Moslims en lager opgeleiden ontmoetten hun partner vaak op een private plek. Ook in familiekring gearrangeerde huwelijken vallen daaronder.
Socialisme & Democratie (jaargang 67, nummer 5/6) schenkt onder meer aandacht aan het woonbeleid in Nederland. Cultuurpsycholoog Jos van der Lans (oud-senator van GroenLinks) doet dat naar aanleiding van de geschiedenis van de socialistische Algemene Woningbouwvereniging in Amsterdam. Deze was in 1910 opgericht om de arbeiders te laten ontsnappen aan de voor de 19e eeuw kenmerkende woningellende.
Woningbouw werd ook gezien als een morele stap voorwaarts. De nieuwe bewoners moesten hun handtekening zetten onder een huurreglement dat er niet om loog. Actieve bewonerscommissies zagen toe op de naleving daarvan.
De enorme uitbreiding van de sociale woningbouw in Amsterdam, onder leiding van sociaaldemocratische wethouders zoals Wibaut, was het visitekaartje van de SDAP. Elk voltooid woningbouwproject voelde als een overwinning.
Na de Tweede Wereldoorlog werden hele stadsdelen gebouwd. Zo werd ook vanuit een sociale maakbaarheidsdrift de Bijlmer opgezet. Tegelijk had men plannen om oude wijken te slopen. De Bijlmermeer werd echter een fiasco en de bewoners van de oude stadswijken wilden hun vertrouwde buurten houden.
De Algemene Woningbouwvereniging vervreemdde van haar huurders. Sociale woningbouw, aldus Van der Lans, was in het verleden een paradijs. Anno 2010 geldt dat echter niet meer als een duurzaam en modern emancipatieperspectief. Daarom moeten woningcorporaties krachtiger het eigenwoningbezit bevorderen.
Dr. C. S. L. Janse, oud-hoofdredacteur Reformatorisch Dagblad. Reageren aan scribent? focus@refdag.nl