P.’s advocaat Rutger Lonterman had dinsdag om opheffing van het voorarrest gevraagd. Hij hekelde het feit dat P. al vijftien maanden van zijn vrijheid was beroofd, in afwachting van de inhoudelijke behandeling van zijn zaak. „Een zeer frustrerende rechtsgang”, aldus Lonterman, „met een maximale overschrijding van een aanvaardbare termijn.”

Lonterman liet in januari de wens tot het horen van een reeks getuigen varen, om het proces tegen zijn cliënt te bespoedigen. „Dit heeft niets geholpen.” Het onderzoek tegen P. duurt nog steeds voort. In mei verbood de rechtbank het OM nog stukken aan het dossier toe te voegen, omdat een zaak nu eenmaal een keer afgedaan moet worden.

Het OM ziet P. als een zogeheten ‘facilitator’ in de criminele wereld – een man die in misdaad investeert en vaak als schakel tussen onder- en bovenwereld fungeert. Volgens P. zelf is er niet veel aan de hand. Hij meent dat justitie zijn rol veel groter maakt dan hij in werkelijkheid is geweest. Advocaat Lonterman kwalificeerde de zaak tegen P. eerder als een „strafrechtelijke schiettent”, die is opgetuigd om zijn cliënt definitief uit te schakelen.

Vorig jaar oktober breidde de officier van justitie de aanklacht tegen P. fors uit. De Amsterdammer zou ook de hand hebben gehad in twee megatransporten cocaïne, van 4050 en 2000 kilo. De 4050 kilo, de grootste cokevangst in Nederland ooit, werden in augustus 2003 op de onder Panamese vlag varende zeesleper Otton in Vlissingen ontdekt, na een tip. De direct betrokkenen zijn eerder al veroordeeld tot celstraffen tot twaalf jaar. P. zou mede-investeerder in het transport zijn geweest.

Justitie heeft de cokezaken afgesplitst van de witwasdossiers tegen P. De witwas- en aanverwante feiten zullen vanaf 20 september inhoudelijk worden behandeld. De rechtbank heeft hiervoor een week uitgetrokken.