Moskou bevestigde later dat de verdachten de Russische nationaliteit hebben. Zij zouden echter niet tegen Amerikaanse belangen hebben gehandeld.

De Russische premier Vladimir Poetin zei te hopen dat de spionagezaak de positieve ontwikkelingen in de Amerikaans-Russische verhoudingen geen schade zal berokkenen. De Russische minister van Buitenlandse Zaken, Sergej Lavrov, had daarvoor het tijdstip van het naar buiten brengen van dit grootste spionageschandaal in jaren sarcastisch omschreven als „buitengewoon elegant.”

Enkele dagen geleden hadden de Amerikaanse president Barack Obama en zijn Russische ambtgenoot Dmitri Medvedev nog een ontmoeting die de verbeterde relatie tussen het Witte Huis en het Kremlin moest illustreren. Mogelijk suggereerde Lavrov met zijn opmerking dat binnen het Amerikaanse machtsapparaat personen proberen een toenadering tussen Washington en Moskou te blokkeren, meldde de Britse omroep BBC.

„We begrijpen niet waarom het Amerikaanse ministerie van Justitie in de openbaarheid treedt met een mededeling in de stijl van spionnen en sensatie uit de tijd van de Koude Oorlog”, aldus het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken. De beweringen werpen een schaduw over de betrekkingen tussen Moskou en Washington. Dat is te betreuren juist nu de Amerikaanse regering zelf heeft aangekondigd een nieuw begin te maken in de relatie met Rusland, luidde de verklaring uit Moskou.

De Amerikaanse justitie maakte maandag bekend dat een netwerk van spionnen van de Russische geheime dienst SVR na ontdekking jarenlang in de gaten is gehouden. De federale recherche FBI hield begin deze week tien verdachten in de zaak aan. Op Cyprus werd dinsdagochtend een elfde persoon gearresteerd. Hij kwam op borgtocht vrij. Hij had een Canadees paspoort, meldde een politiewoordvoerder.

Bij de spionnen gaat het onder anderen om relatief onopvallende paartjes of echtparen met kinderen die door Moskou als ‘mollen’ zouden zijn ‘uitgezet’ om te ‘veramerikaniseren’ en voor de lange termijn informatie voor de SVR te verwerven. Ze zouden lid zijn van „een samenzwering om op te treden als agent van een buitenlandse regering.” Ze moesten volgens de aanklagers „contacten zoeken en ontwikkelen in kringen waar het Amerikaanse beleid wordt gemaakt.”

De verdachten wisselden identieke tassen uit op een station, ze werkten met onzichtbare inkt of begroeven geld in een bos. Waarnemers menen echter dat de ‘mollen’ weinig gevoelige informatie hebben verzameld.

De verdachten worden beschuldigd van het optreden als buitenlandse agent zonder als zodanig te zijn geregistreerd. Een deel wordt ook vervolgd voor het witwassen van geld.