Afgelopen donderdag maakten de ministers drie voorkeurslocaties voor grootschalige CO2-opslag bekend. Volgens de ministers zijn Boerakker (Groningen), Eleveld (Drenthe) en Sebaldaburen (Groningen) op dit moment het meest geschikt. Vijf andere locaties, waaronder ook een in Friesland, zouden als uitwijkmogelijkheid kunnen dienen, als de eerste drie toch niet geschikt blijken.

„Wij hebben in Groningen fabrieken in de Eemshaven”, zei milieugedeputeerde Marc Jager van Groningen. „Die CO2 uitstoot moet worden opgeslagen.” Ook de Drentse milieugedeputeerde, Tanja Klip, staat niet negatief tegenover de plannen. „We realiseren ons dat het rijk, en niet wij, daarover gaat.” Ze zegt wel eerst de velden beter te willen onderzoeken. „We gebruiken die velden liever om aardewarmte op te wekken.”

Friesland heeft geen zin in CO2 in de grond. „CO2 moet je dicht bij de bron opslaan”, aldus gedeputeerde Adema. Hij vindt dat Friesland de verantwoordelijkheid niet op zich hoeft te nemen, omdat de provincie geen grote CO2-uitstotende fabrieken heeft. Volgens collega Jager van Groningen is dat onzin. „We leven niet in de middeleeuwen. Het is een mondiaal probleem. CO2 is niet aan grenzen gebonden.”

De komende tijd worden de velden onderzocht. „Veiligheid staat voorop”, aldus Van der Hoeven. Ze benadrukte dat de velden niet zijn gekozen omdat er weinig mensen wonen in die gebieden. „Dat is absoluut irrelevant.” Ook zeggen de ministers veel aandacht te zullen besteden aan de communicatie naar de burgers toe. „We hebben veel geleerd van Barendrecht”, zei Huizinga. Daar leidde een nog lopende proef met CO2-opslag vorig jaar tot veel verzet onder omwonenden.

Een definitieve locatiebeslissing van de Tweede Kamer volgt in 2011.