Tot 18 jaar cel voor Bosnische moslims
Het Joegoslavië-Tribunaal heeft dinsdag voor het eerst definitieve celstraffen opgelegd aan Bosnische moslims: achttien jaar cel voor Hazim Delic en vijftien jaar voor Esad Landzo. Dit gebeurde in het afsluitende hoger beroep van de Celebici-zaak, die meer dan zeven jaar heeft geduurd. Zdravko Mucic, een Bosnische Kroaat, kreeg negen jaar cel.
Celebici was een kamp in Centraal-Bosnië waar in 1992 Serviërs werden opgesloten door moslims en Kroaten. Er werd gemoord, gemarteld en verkracht. De inmiddels 47-jarige Mucic was kampcommandant, Delic (38) zijn plaatsvervanger; Landzo (30) een kampbewaker. De Celebici-zaak was de enige tot nu toe bij het VN-hof in Den Haag, waar het ging om Servische slachtoffers.
Delic, Landzo en Mucic waren wegens moord en marteling in februari 2001 in hoger beroep schuldig bevonden aan schending van het oorlogsrecht. Voor een nieuwe bepaling van de strafmaat werd de zaak terugverwezen naar een strafkamer die in oktober 2001 uitspraak deed. De uitspraak dinsdag bevestigt die eerdere uitspraak.
De verdachten hadden voornamelijk om formele redenen beroep aangetekend. Het tribunaal heeft al hun bezwaren afgewezen. Een vierde verdachte, Zejnil Delalic, werd al in 1998 vrijgesproken.
De Celebici-zaak sleept al voort sinds 1996: de verdachten werden in maart en mei van dat jaar gearresteerd. Tijdens het proces in eerste aanleg, in 1997/98, ging van alles mis. Zo zat voorzittend rechter Karibi-Whyte geregeld te knikkebollen, wat later een van de onderwerpen werd van het beroep.
Door de uitspraak in hoger beroep van dinsdag is jurisprudentie ontstaan over een aantal principiële onderwerpen. Zo wordt uitdrukkelijk vastgesteld dat de Kamer van Beroep, nadat zij een uitspraak heeft bijgesteld, het recht heeft de zaak voor een nieuwe strafbepaling terug te verwijzen naar een strafkamer in eerste aanleg. Dat is in het voordeel van de verdachte omdat die de mogelijkheid heeft tegen de nieuwe strafpaling weer in beroep te gaan, zoals in de Celebici-zaak gebeurde.
Het tribunaal heeft tot nu toe voornamelijk Serviërs en Kroaten aangeklaagd. Daarom wordt het door nationalisten in Belgrado en Zagreb vaak partijdigheid verweten. Nu deze eerste zaak tegen moslims is afgehandeld, zijn nieuwe rechtszaken tegen Bosnische moslims, zoals tegen de generaals Halilovic en Hadzihasanovic, nog in de voorbereidende fase.