Hells Angels verlaten terrein Amsterdam niet
AMSTERDAM (ANP) – De Hells Angels weigeren een deel van hun terrein in Amsterdam te verlaten. Het gerechtshof bepaalde in maart dat de motorclub duizenden vierkante meters van het terrein aan de H.J.E. Wenckebachweg uiterlijk vrijdag moest verlaten. Dat is echter niet gebeurd.
„Het is geen verrassing, wel een teleurstelling”, aldus een woordvoerder van waarnemend burgemeester Lodewijk Asscher zaterdag over de weigering van de Angels om gehoor te geven aan het gerechtelijk bevel. De gemeente Amsterdam zal zich op zeer korte termijn beraden op vervolgstappen, zo meldde de woordvoerder. „Een ontruiming behoort tot de opties.”
De leden van de motorclub gaan er van uit dat de bepaling van het hof begin mei van tafel is geveegd door de voorzieningenrechter. Die bepaalde toen dat de Angels hun clubhuis en twee bijbehorende loodsen niet hoeven af te breken zolang de gemeente geen concrete bouwplannen heeft voor het gebied.
Volgens de gemeente heeft de uitspraak van mei niets te maken met het ‘onrechtmatig’ bezette stuk grond. De advocaat van de Angels liet destijds al weten wel uit de uitspraak af te leiden dat het onnodig is de duizenden vierkante meters nu al af te staan.
De gemeente en de club liggen al jaren met elkaar overhoop over het terrein. De Angels zitten sinds de jaren zeventig aan de H.J.E. Wenckebachweg, waar ze een gebied van 590 vierkante meter toebedeeld kregen. In de loop der jaren breidden de motorrijders hun terrein uit tot 5000 vierkante meter. Volgens de gemeente heeft de club geen bouwvergunning voor de gebouwen op het terrein. Bovendien wil de stad de Angels weg hebben om het gebied te kunnen herontwikkelen: er moeten woningen komen.
„Wij begrijpen niet dat de gemeente zich niet aan een rechterlijke uitspraak houdt”, aldus een woordvoerder van de motorclub. „De rechter heeft bepaald dat wij het terrein pas hoeven in te leveren als hier iemand met bouwtekeningen staat.” De leden van de motorclub voelen zich door de gemeente Amsterdam als paria’s behandeld. „De bedrijven die hier zitten, hebben ook geen bouwvergunning maar die worden met rust gelaten. Ze moeten ons hebben.”