Dat stelde vicepremier Rouvoet zaterdag in de Ridderzaal tijdens de officiële opening van het evenement in Den Haag, dat voor de zesde maal plaatsvindt. De politicus noemde het succesvolle scholierenproject, waardoor jaarlijks duizenden leerlingen in het basis- en middelbaar onderwijs beter kennis krijgen van de missies van Nederlandse veteranen. „Het is goed dat soldaten op missie méér zijn dan mannen en vrouwen met een geweer”, stelde Rouvoet. „Het zijn ook diplomaten, opbouwwerkers, adviseurs en hulpverleners.”

Volgens Rouvoet „hangen de jongeren aan de lippen van de veteranen. Hun verhalen maken meer indruk dan welk geschiedenisboek ook.” De stichting Het Veteraneninstituut, dat de lessen coördineert, liet vorige week weten dat het aantal ‘veteranenlessen’ het afgelopen schooljaar meer dan verdubbeld is.

De vicepremier stelde dat het van groot belang is dat ook jonge veteranen de ruimte krijgen om hun verhaal te vertellen. „Er komt een moment dat we de verhalen van veteranen die de Tweede Wereldoorlog niet hebben meegemaakt niet meer uit hun eigen mond kunnen horen”, aldus Rouvoet. „Maar uiteindelijk vertellen ze dezelfde verhalen als de jonge veteranen. Vrede en veiligheid waren toen niet vanzelfsprekend, maar nu nog steeds niet.”

De politicus is „heel erg blij dat de Veteranendag in Nederland net zo’n traditie aan het worden is als in landen als de Verenigde Staten en Canada.” In Den Haag en een aantal andere steden vinden de hele zaterdag nog activiteiten plaats die het werk van veteranen eren en onder de aandacht brengen.

Het evenement wordt afgesloten met een groot concert op het Malieveld in Den Haag.