Buitenland

„Hulporganisaties overdrijven noodsituatie in West-Afrika”

APELDOORN – Het is droog in West-Afrika. Daarover bestaan geen twijfels. Wel over de gevolgen. Hulporganisaties slaan groot alarm, maar volgens onderzoeker Renate Garvi-Bode uit het getroffen gebied is er geen sprake van een crisissituatie. „In Nederland eten we toch ook spinazie, dus waarom zouden ze in Niger alleen van graan moeten leven?”

Mark Wallet
26 June 2010 00:27Gewijzigd op 14 November 2020 11:01
Foto EPA
Foto EPA

Zeker 10 miljoen West-Afrikanen worden acuut bedreigd door ernstige honger, waarschuwen grote hulporganisaties als Oxfam en Save the Children. In Niger zou zelfs de helft van de bevolking getroffen zijn door de droogte en ernstig tekort aan voedsel hebben.

„Dit is nog maar het begin van de traditionale hongerperiode, en mensen verkopen nu al hun spullen. (…) Je kunt je voorstellen hoe het over drie of vier maanden is”, schilderde Oxfam-medewerker Caroline Gluck de toestand deze week tegenover de Britse krant The Guardian.

Volgens Gluck ontwikkelt de situatie zich zelfs naar de hongersnood van 1984 in Ethiopië, toen naar schatting 1 miljoen mensen omkwamen door de droogte en een trage respons van de internationale gemeenschap. „Niger is op een crisispunt en we moeten snel handelen, voordat deze crisis een regelrechte humanitaire ramp wordt”, stelde ze.

De boodschap van de hulp­organisaties is inmiddels opgepakt door grote verbanden als de Europese Unie en de Verenigde Naties. De Europese Commissie luidde begin deze maand de noodklok en stelde 24 miljoen euro extra beschikbaar voor bijstand.

Het hoofd van het VN-hulpprogramma in Niger, Khardiata Lo Ndiaye, liet deze week tegenover de BBC weten dat „de omvang van deze crisis nog niet eerder was voorgekomen.”

De van oorsprong Wageningse onderzoeker Renate Garvi-Bode uit het Nigerse dorp Zinder, op een steenworp afstand van het meest getroffen gebied Tanout, heeft de berichtgeving met verbazing gevolgd. Volgens haar is situatie lang niet zo dramatisch als ze wordt geschetst.

„Op grond van het feit dat er een zeer slecht regenseizoen was en er geen graanopbrengsten zijn, gaan organisaties ervan uit dat er hier dus een crisis moet zijn. Maar ze vergeten dat er ook nog andere voedselbronnen zijn”, stelt de bosbouwkundige. Garvi is betrokken bij Eden Foundation, een Zweedse organisatie die sinds 1988 in Niger experimenteert met zaden waaruit zelfs op zandgrond zonder water op kunstmest bomen en struiken moeten kunnen groeien.

Bij andere voedselbronnen denkt Garvi aan bladeren, zaden en vruchten. Ze hekelt het feit dat bladeren in de westerse media stelselmatig worden neergezet als „hongersnoodvoedsel”, maar bestrijdt dit. „De bladsoort jiga, bijvoorbeeld, kun je het hele jaar plukken en is rijk aan essentiële vetzuren, calcium en vormt een bron aan mineralen en bevatten eiwitten. Ook andere bladeren hebben goede eigenschappen. In Nederland eten we toch ook spinazie? Als de mensen alleen van graan zouden leven, zouden ze zich al meerdere maanden in een erbarmelijke situatie bevinden.”

De bewering dat Niger afstevent op een tweede ‘1984’ noemt Garvi „een leugen.” Volgens haar getuigt de uitspraak van „geen enkel inzicht” in de huidige situatie in vergelijking met die van 1984 in Niger. „In 1984 was er echt een hongersnood in het hele land. Mensen van rond de 40 hier herinneren zich dat nog heel goed. Niet alleen het vee, maar ook de mensen zakten letterlijk van de honger en uitputting langs de kant van de weg in elkaar. Dat is nu echter absoluut niet aan de orde.”

Garvi spreekt zelfs van een periode van „relatieve welvaart.” „Mannen houden in Tanout gewoon hun paarden, trouwerijen gaan door en daar geven de genodigden aanzienlijke geldbedragen aan uit en steken zich in het nieuw, er worden nieuwe huizen gebouwd en vrouwen dragen sieraden. Al deze dingen laten zien dat de bevolking niet op het randje van de afgrond leeft, maar voldoende vertrouwen heeft in de komende tijd.”

De onderzoeker wijst erop dat een overdaad aan voedselhulp negatieve effecten heeft. „Het wordt een mentaliteit om te wachten op hulp. In 2005 hebben we boeren langs de kant van de weg zien zitten, wachtend op een konvooi met gratis voedsel dat zou komen, terwijl andere boeren aan het zaaien waren omdat de regens net waren gevallen. Voedselhulp die precies komt tijdens het zaaien van de gierst voor het komende seizoen is uitermate ongelukkig. Wie niet zaait oogst niet, en zo creëer je hulpafhankelijkheid.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer