Worstelen met boek over lesbische worsteling
Dat een boek over lesbische gevoelens gaat is op zich geen probleem, vinden panelleden Jacolien Buitendijk, Kenna Schipper en Simone Aantjes. Het is meer de manier waaróp erover geschreven wordt die hen tegen de borst stuit in ”Jij”, het nieuwe boek van Mance ter Andere.
„Kijk wel uit voor de trekker met de giertank! Die tokkert en hoempt woest op je aan, de koplampen zijn er tegelijk met de donkere contour. Je wordt de bestuurder pas gewaar als hij vlakbij is, hij steekt de hand naar je op, hij is de eerste mens vanmorgen. (…) Het water van de stroom dampt, het dorre riet krijgt, boven het nieuwe groen, gouden stengels en zilveren pluimen. Bijna roze nevels slierten over de Bennekomse Meent.”
Het boek ”Jij” van Mance ter Andere begint met een prachtige, poëtisch geschreven eerste bladzijde. En het blijft niet bij die bladzijde.
De drie panelleden hebben het boek wat stijl betreft met genoegen gelezen.
Jacolien: „Ik heb er regel voor regel van zitten genieten. Als een luxe bonbon die je hapje voor hapje opeet.”
Kenna: „Je wilt het lezen en herlezen. Ter Andere kan saaie details mooi maken.”
Simone: „Het is een sterk geschreven verhaal.”
Toch is er ook kritiek. Veel kritiek zelfs.
Simone: „Ik vond het wel erg ver gaan dat de lesbische relatie tussen de christelijke hoofdpersonen Tjitske en Heleen tot in detail werd beschreven.”
Jacolien: „Mij viel het tegen dat de relatie erdoor werd gedrukt. In het hele boek tref je een worsteling aan: mag een lesbische relatie Bijbels gezien nou wel of niet? In het laatste hoofdstuk moet iedereen maar gewoon accepteren dat het mag. De schrijver stapt daarmee zo makkelijk over allerlei problemen heen dat hij mensen die daarmee worstelen totaal niet in hun waarde laat.”
Het verhaal is ook onwaarschijnlijk, vindt Simone. „Heleen, Tjitskes vriendin, heeft het heel moeilijk met haar verleden. Ze is als kind misbruikt door haar vader, die dominee was. Maar als Heleen halverwege het boek met Tjitske naar bed gaat, zijn alle problemen ineens over. Zo werkt dat volgens mij niet.”
Jacolien: „Toch vond ik die genezende liefde ook wel weer de tragiek van het boek. Beide vrouwen hebben een pijnlijk verleden te verwerken. Als je dan leest dat ze samen de liefde lijken te vinden, denk je bijna: Toch wel fijn voor ze. Al weet je dat het niet kan en niet mag.”
Kenna: „Ik vind het boek dubbel en onwaarachtig. De liefde tussen beide vrouwen wordt bijvoorbeeld volmaakt genoemd; zuiver, puur en rein. Maar Tjitske verleidt Heleen tot seksualiteit, terwijl ze er nog niet aan toe was. Dat klinkt niet als een perfecte liefde.”
Jacolien: „De keuze van Heleen en Tjitske zou de mijne ook niet zijn. Maar toch, als de schrijver de worsteling van de twee vrouwen met hun geaardheid overeind had gehouden, had ik het boek geloofwaardig gevonden.”
Kenna: „De schrijver gebruikt het onderwerp ”lesbisch zijn” volgens mij om alle denominaties een waardeoordeel te geven. In een interview met Mance ter Andere uit 1998 las ik dat hij nog één keer een roman wil schrijven tegen diverse vormen van het fundamentalisme. Dat is dit boek dus.”
Jacolien: „Dat herken ik weer wel. Casper, de overleden man van hoofdpersoon Tjitske, was gereformeerd vrijgemaakt. Dat wordt helemaal aan de kant geschoven. Net als alle andere orthodoxe kerkverbanden. Alleen in de kerk van haar vriendin Heleen voelt Tjitske zich thuis. Maar waarom? Omdat iedereen naar haar zwaait en ze veel mensen kent. Ze voelt zich daar fijn.”
Kenna: „De grote missing link is de Heere Jezus Christus. Zonde bestaat in dit boek niet, volgens mij. Het kwade is het verraden van het goede. Als je je keuzes maar onderbouwt met liefde, dan is het goed.” Fel: „Ergens in het boek wordt gezegd dat Bijbelteksten die ”de vrouw in het ambt” en ”ongehuwd samenwonen” aangaan voos en rekbaar zijn, maar de redeneringen van de schrijver zijn juist voos en rekbaar.”
Het boek spreekt met grote regelmaat over kerkelijke liefdeloosheid. Herkenbaar?
Jacolien: „Nee, niet helemaal. Natuurlijk, in de kerk zijn mensen liefdeloos en als christen past je dat gewoon niet, maar er zijn in die kerk ook genoeg mensen die een ander karakter hebben.
Op bladzijde 39 van het boek gaat het over „een lijdzaam, donker gekleed geloof waarin Erfzonde en Uitverkiezing de verdoemenis en het behoud bepaalden, terwijl het leven wonderwel toch gewoon doorging.” Dat vond ik dan weer wel herkenbaar. Elke zondag horen we een ernstige boodschap in de kerk. Maar voor je een stap buiten hebt gezet, zijn je gedachten al weer bij heel iets anders, alsof je nooit gewaarschuwd bent.”
Simone: „In sommige opzichten mogen we ons wel wat liefdevoller opstellen, vind ik. Als een vreemdeling in de kerk naar een plaatsje zoekt, kijkt iedereen toe. We denken: Hé, wie is dat? Maar niemand staat op om te zeggen: „Joh, kom naast me zitten.” Of: „Hier heb je een Bijbel.”
Maar ik vind niet per se dat we deze les uit dit boek kunnen trekken. De schrijver stelt namelijk dat heel de kerk liefdeloos is, en dat is ook niet waar.”
Heeft het boek jullie mening over homoseksualiteit beïnvloed?
Jacolien: „Het boek heeft me wel aan het denken gezet: voor de lezer is het al haast verschrikkelijk dat je twee beschadigde mensen hun liefde voor elkaar moet onthouden. Hoe groot is die worsteling voor mensen met homoseksuele gevoelens dan wel niet? Het moet voelen als iets heel oneerlijks.”
Simone: „Mijn mening is niet veranderd. Ik heb niets tegen homoseksuelen, maar wel tegen homoseksualiteit. Ook na het lezen van dit boek. Júíst na het lezen van dit boek. Ik vond het soms banaal hoe de lesbische relatie beschreven werd.”
Kenna: „Dit boek heeft mij versterkt in mijn overtuiging dat als iemand hiermee worstelt, hij moet proberen biddend rein te blijven. De volmaakte liefde tussen twee mensen die in ”Jij” wordt beschreven, is namelijk een leugen. Ik ben laat getrouwd en weet uit ervaring dat een relatie met een man of vrouw nooit zo goed kan zijn als een relatie met de Heere Jezus. Ook al heb je het meest volmaakte huwelijk, dan is de relatie met de Heere Jezus Christus nog het allerkostbaarste in de wereld. Die zou ik nooit op het spel willen zetten door een relatie met een mens aan te gaan die gebaseerd is op zonde.”
Hebben jullie er spijt van het boek gelezen te hebben?
Een beetje, geeft het drietal eensluidend aan.
Jacolien: „Maar het literaire aspect van het boek blijft mooi, ondanks de inhoud. Alleen als Ter Andere aan het einde van het boek zijn boodschap duidelijk wil maken, laat hij het poëtische een beetje los. Dan schrijft hij te snel.”
Simone: „Dat laatste gedeelte heb ik ook sneller gelezen dan het eerste gedeelte. Ik dacht: nu moet het uit ook.”
Kenna: „Ik was dat kleffe gedoe aan het eind zo zat.”
Panelleden
Kenna Schipper-Velema (61) uit Veenendaal, gehuwd, opgeleid tot bibliothecaresse en lerares nijverheidsonderwijs.
Simone Aantjes-Freije (30) uit Nieuw-Lekkerland, moeder van zes kinderen en fulltime huisvrouw.
Jacolien Buitendijk (32) uit De Klomp, leerkracht en intern begeleider op de Eben Haëzerschool in Barneveld.