Exameneis voor middelbare scholier wordt strenger
DEN HAAG – De exameneisen voor leerlingen in het voortgezet onderwijs worden aangescherpt.
Vanaf het schooljaar 2011-2012 moeten leerlingen onder meer het centraal schriftelijk eindexamen gemiddeld met een voldoende afronden. Dat heeft demissionair staatssecretaris Van Bijsterveldt (Onderwijs) gisteren besloten.
Vanaf examenjaar 2012 worden er enkele aanpassingen doorgevoerd die consequenties hebben voor de slaag- en zakregeling voor middelbare scholieren. Een van de belangrijkste aanpassingen met ingang van het leerjaar 2011-2012 is dat scholieren in het hele voortgezet onderwijs alleen kunnen slagen als het gemiddelde van de cijfers die zij behaald hebben bij het centraal schriftelijk examen voldoende is.
Ook mogen leerlingen van havo en vwo voor de drie basisvakken Nederlands, Engels en wiskunde maximaal één 5 als eindcijfer halen. Het eindcijfer is het gemiddelde van het schoolexamen en centraal schriftelijk examen.
Voor vmbo-leerlingen zal deze laatste maatregel vooralsnog niet gaan gelden. Leerlingen die geen wiskunde in hun eindexamenpakket hebben, zoals het geval is bij het profiel cultuur en maatschappij op de havo, mogen maximaal één 5 als eindcijfer halen voor Nederlands en Engels.
Ook zal vanaf 2012 bij de beroepsgerichte leerweg van het vmbo het schoolexamencijfer en het centraalexamencijfer even zwaar gaan meetellen bij de vaststelling van het eindcijfer. Bij de overige schoolsoorten en leerwegen is dat al het geval.
Van Bijsterveldt verwacht dat leerlingen meer worden uitgedaagd als de exameneisen hoger liggen. „De lat moet omhoog. Dat komt de waarde van het diploma en daarmee de kwaliteit van het onderwijs ten goede”, aldus de CDA-bewindsvrouw.
De staatssecretaris ging gisteren ook akkoord met het voorstel om scholen in het voortgezet onderwijs die te grote verschillen vertonen tussen het gemiddelde cijfer voor de schoolexamens (SE) en centrale examens (CE) tijdelijk hun examenbevoegdheid te ontzeggen. In dat geval wordt het College voor Examens ingeschakeld om staatsexamens af te nemen, zo besloot Van Bijsterveldt.
Onderzoek van de onderwijsinspectie in 2007 wees uit dat op sommige scholen jaar na jaar een groot verschil bestaat tussen het gemiddelde cijfer van het schoolexamen en het gemiddelde cijfer van het centraal examen. Deze verschillen kunnen duiden te gemakkelijke schoolexamens. „Een onwenselijke situatie”, aldus Van Bijsterveldt.
Een te groot verschil ondermijnt de betrouwbaarheid van de examens, meent ze. „De kwaliteit van zowel het schoolexamen als het centraal examen moet onomstreden zijn.”
In de huidige praktijk wordt een school aangesproken door de inspectie als het verschil in cijfers „groot” (0,5 punt of meer) of „zeer groot” (1,0 punt of meer) is. Een wetswijziging moet het tijdelijk ontnemen van de examenbevoegdheid mogelijk maken, als blijkt dat het gemiddelde verschil tussen de SE en CE cijfers na een aantal jaren niet of onvoldoende afneemt.