Cultuur & boeken

Hemelwezens op aarde

Twee boeken over engelen, allebei met een andere invalshoek: ”Gedienstige Geesten” en ”De engel van mijn grootvader”. De eerste met de Bijbel als referentiekader, de tweede zónder referentiekader.

25 June 2010 23:13Gewijzigd op 14 November 2020 11:01

„Gedienstige Geesten. Bijbels onderwijs over engelen” is een coproductie van drie predikanten. Ds. W. van Vlastuin heeft de lezingen uitgewerkt die hij in 2008 voor de predikantenconferentie in Elspeet hield. Dat leverde een hoofdstuk op over de plaats en het functioneren van de engelenleer in de theologie en in de actualiteit en een tweede hoofdstuk over de rol en de betekenis van engelen in schepping en herschepping. Ds. M. A. Kempeneers heeft in november en december 2008 een serie preken gehouden over engelen. Deze zeven preken, waarin de engelen de revue passeren als respectievelijk schepselen, liturgen, diakenen, boodschappers, strijders, leerlingen en zangers, vormen de hoofdstukken 3 tot 9.

Beide schrijvers geven aan dat het boekje niet geschreven had kunnen worden zonder de jarenlange studie die ds. P. den Butter van engelen heeft gemaakt. Hij zou aanvankelijk ook de lezing op de predikantenconferentie houden en heeft zijn aantekeningen aan de auteurs ter beschikking gesteld.

Voor Calvijn was het onbestaanbaar dat we gemeenschap hebben met Christus zonder dat we gemeenschap hebben met de andere familie waarvan Christus het hoofd is, de engelen. De reformatoren voelden zich in de geestelijke strijd gesteund door de trouwe engelen. Tegelijk was Calvijn ervan overtuigd dat er geen engelenverschijningen meer te verwachten zijn. Het feit dat vandaag de dag de belangstelling voor engelen toeneemt onder invloed van groeiende spiritualiteit en newagedenken, wil niet zeggen dat we meer aansluiten bij het Bijbelse denken over de gedienstige geesten.

Ds. Van Vlastuin beschrijft hoe de plaats van de engelen na de overwinning van Jezus Christus is veranderd. Op de pinksterdag krijgen de engelen geen rol, zoals bij de vorige heilsfeiten. De verkondiging van het Evangelie van een rijke Christus voor arme zondaren heeft God gegeven in handen van mensen. De engelen luisteren begerig naar de verkondiging van de veelvuldige wijsheid Gods en ze verheugen zich over de bekering van een zondaar.

Ds. Kempeneers beschrijft op mooie wijze de dienst van de engelen als diakenen. Dat deze heilige, heerlijke, ontzagwekkende wezens, die zich baden in de liefde en gemeenschap met God, nu naar een armzalig schepsel op aarde gaan om te dienen. Zonder tegenwerping, gewillig, getrouw. Zijn ze hierin ons niet tot een groot voorbeeld van dienstbaarheid en nederigheid?

Het is onvermijdelijk dat er dubbelingen voorkomen in een boek als dit. De preken en de lezing gaan over hetzelfde onderwerp. Het verschil zit niet in de inhoud, maar in de benadering. Voor ik het boekje ging lezen was ik wat sceptisch: worden in deze uitgave omwille van de uitgave niet gewoon twee beschikbare brokken tekst bij elkaar gevoegd? Maar nu ik het boek heb gelezen ben ik er veel positiever over. Eigenlijk is het wel heel waardevol om eerst de stof in de vorm van een lezing aangereikt te krijgen en vervolgens meditatief aan te sluiten bij de preken over verschillende teksten waarin aandacht gevraagd wordt voor engelen.

Mogelijk had de uitgave aan waarde gewonnen als er meer aandacht besteed was aan de plaats en het functioneren van engelen in het Bijbelboek Openbaring. Met de concordantie in de hand kunnen we constateren dat bijna de helft van het aantal vermeldingen in het Nieuwe Testament uit Openbaring komt. Ds. Van Vlastuin schreef over engelen in de schepping van de aarde, de herschepping van de mens, maar had dan ook aandacht kunnen besteden aan de engelen in relatie tot de barensweeën naar een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Ds. Kempeneers heeft wel een preek over Openbaring 12, maar verlegt de aandacht halverwege de preek naar Daniël 10. Dat is jammer omdat de bespreking van Openbaring 12 wat lijkt te blijven steken in een zoveelste aanval van de duivel op de hemel. In werkelijkheid gaat het in Openbaring 12 om een definitieve uitstoting van de satan uit de hemelse gewesten die samenhangt met de overwinning van Christus. Een kosmische verandering. Vandaar de geweldige vreugde: „Nu is de zaligheid en de kracht en het Koninkrijk geworden onzes Gods, en de macht van Zijn Christus; want de verklager onzer broederen, die hen verklaagde voor onzen God dag en nacht, is nedergeworpen.”

Het is een waardevol en leerzaam boek geworden. Het bevat veel Bijbelse informatie over de engelen, en vraagt tegelijk aandacht voor de persoonlijke toepassing van deze gegevens in het leven van een christen.

Het boek van de lector theologie en levensbeschouwing dr. André Mulder, getiteld ”De engel van mijn grootvader”, heeft een andere insteek. De auteur is erg geïnteresseerd in engelenverhalen van nu. Aan de hand van negen interviews met mensen die een engelenervaring (of een ervaring met een lichtbol of met tintelende energie) hebben gehad, gaat hij op zoek naar patronen. De auteur kiest ervoor om alle verhalen uiterst serieus te nemen. Op grond van de verhalen onderscheidt hij verschillende typen van bijstand door engelen: de praktische redder, de psychologische steun en de oproepbare gids. Met de laatste kun je op eigen initiatief contact maken door meditatie en concentratie. Daarnaast kan de ontmoeting met een engel ook gewoon een ‘schoonheidservaring’ zijn, die iemand steunt op weg naar een spirituele ontwikkeling: het esthetische type. Mulder kiest ervoor om de Bijbelse gegevens over engelen en de esoterische benadering (wicca, natuurreligie, oosterse stromingen) als gelijkwaardige bronnen te beschouwen. Deze vermenging vindt hij uitermate ‘spannend’ en nuttig voor het gesprek. Het werkt volgens hem niet om de Bijbel als exclusief uitgangspunt te nemen.

De belangrijkste waarde van het boek lijkt me de boekstaving van de negen engelenverhalen zelf. Terecht benadrukt de auteur dat het boek een uiterst voorlopig karakter heeft. Het is duidelijk dat je op grond van negen zo totaal verschillende verhalen nauwelijks iets zinnigs kunt zeggen over biografische, psychologische of theologische patronen. Daarvoor heb je op zijn minst meer materiaal nodig.

Deze twee recente uitgaven over engelen staan dus op minstens één punt lijnrecht tegenover elkaar. In ”Gedienstige geesten” is ervoor gekozen om de Bijbel als exclusief referentiekader te beschouwen; in ”De engel van mijn grootvader” is ervoor gekozen om geen enkel referentiekader te gebruiken. Het boek van Mulder, dat ook geen wetenschappelijke studie wil zijn, heeft daarmee wel erg weinig pretenties en laat de lezer met een onbevredigd gevoel achter. De auteur geeft zelf aan dat hij nog bezig is met het formuleren van vragen. Mijn overtuiging is dat op al die vragen uit de wereld van fantasie en verbeelding geen bevredigend antwoord zal komen, zolang de onderzoeker niet bereid is om de Bijbel als uitgangspunt en begrenzing van zijn denken te accepteren.


Gedienstige geesten. Bijbels onderwijs over engelen, dr. W. van Vlastuin en ds. M. A. Kempeneers; uitg. De Banier, Apeldoorn, 2009; ISBN 978 90 336 2995 2; 134 blz.; € 15,90;

De engel van mijn grootvader. Over engelenverhalen van nu, André Mulder; uitg. Meinema, Zoetermeer, 2010; ISBN 978 90 211 4261 6; 136 blz.; € 14,90.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer