De DCMR heeft een zogenoemde stankcode 2 afgegeven. Dat betekent dat de industrie, voornamelijk in het havengebied, installaties minder vaak mag starten, stoppen en schoonmaken. Ook mogen producten waarbij bij het verladen stank vrijkomt, bijvoorbeeld olie, minder worden overgeslagen.

Volgens de milieudienst loopt het aantal stankklachten in de Rijnmond gestaag op. Er wordt vooral geklaagd over brand-, olie- en chemische lucht.

Door het windstille weer blijft de stank langer hangen. Dat komt doordat ‘s ochtends vroeg een groot temperatuurverschil ontstaat tussen de onderste en bovenste luchtlaag. Deze kunnen zich daarom niet met elkaar vermengen. Daardoor blijft de luchtverontreiniging laag hangen wat de stank veroorzaakt.

Zodra de weersomstandigheden verbeteren, wordt de code weer ingetrokken. Het gebeurt niet vaak dat de DCMR de code uitvaardigt. De laatste keer was in 2007. Ook in 2005 werd de maatregel ingezet.