De mannen van Palm Invest kwamen vorig jaar in contact met een zogenaamde Joodse familie, die wilde investeren. Bij een afspraak met Danny K. en een zakelijke partner in juli in Antwerpen bleek de ‘familie’ een stel vermomde, gewapende criminelen, die de twee zwaar mishandelden om een groot geldbedrag los te krijgen. Verdachten Niels B. en Jeroen E. werden gearresteerd toen zij het afgeperste geld van hun slachtoffers in ontvangst namen in een hotel in Houten.

Verdachte E., die met gokschulden van 150.000 euro stelt te kampen, claimt dat zijn schuldeisers hem onder grote druk hebben gezet mee te werken aan het afpersingsplan. Hij deed zich voor als de Joodse zakenman ‘Freilich’ en stelde de mannen van Palm Invest voor af te spreken in een appartement in Antwerpen, omdat zogenaamd zijn vader er dan bij zou kunnen zijn. B. zou hebben opgetreden als zijn chauffeur.

Eenmaal in het appartement, zo bleek uit verklaringen van de slachtoffers, zagen zij echter vijf … zes mannen vanuit de keuken op zich af komen met bivakmutsen en zwarte vesten. Zij kregen klappen op hun hoofd, werden uitgekleed en moesten naakt op hun buik op de grond liggen, met getapete polsen, benen en mond.

Onder het uiten van ernstige bedreigingen knipten zij toen een kleine teen van Danny K. en schroeiden de wond met een heet strijkijzer dicht. „Over de pijn die je dan voelt, wil ik niet meer nadenken”, aldus K. in een verklaring die de rechter voorlas. En: „Ik heb gezegd dat ik aan geld kon komen, omdat het de enige manier leek om te overleven”.

Na afloop stonden verdachten B. en E. de slachtoffers volgens de verklaring van K. op te wachten in de hal om ze naar hun auto te brengen. De twee ontkennen bij de mishandeling aanwezig te zijn geweest.

Officier van justitie Michiel van IJzendoorn noemde de mishandelingen ‘sadistisch’ en ‘voorbij-Middeleeuws’, en wees op de lange voorbereidingstijd. Verdachte Niels B. was bovendien in 2002 al eens tot acht jaar cel veroordeeld wegens doodslag. Het OM acht zware straffen op zijn plaats. De rechter doet op 7 juli uitspraak.