Prof. Baars: Opvoeding is loslaten én vasthouden
WOUDENBERG – „Een Bijbelse opvoeding beweegt zich altijd tussen twee polen: vasthouden en loslaten. Loslaten, omdat we willen dat onze kinderen zich ontwikkelen tot gezonde en verantwoordelijke volwassen, En vasthouden, omdat we de jongeren willen bewaren bij de inzettingen van de Heere.”
Dat zei prof. dr. A. Baars, hoogleraar ambtelijke vakken aan de Theologische Universiteit Apeldoorn, gisteravond in Woudenberg, waar hij de derde en laatste lezing van het seizoen gaf voor de Appelgroep Klassiek Gereformeerd Belijden Woudenberg. Deze appelgroep is een initiatief van een aantal leden uit reformatorische kerken. Prof. Baars sprak over ”Hoe houden we onze jongeren vast?”.
„Al geruime tijd krijgen we allerlei signalen dat we een toenemend aantal jongeren niet meer vasthouden. Ze worden losgeweekt, losgewoeld of losgerukt van hun geestelijke wortels en drijven van ons weg”, aldus prof. Baars. Hij vroeg zich af of het mogelijk is dit tij te keren. Daartoe riep hij op tot zelfonderzoek.
Dé jeugd- en jongerencultuur bestaat volgens hem niet. Tegelijk blijkt die cultuur aan snelle veranderingen onderhevig. Prof. Baars sprak van „de grenzeloze generatie”, die gekenmerkt wordt door het grote genieten, materialisme, de digitalisering en de individualisering of fragmentarisering van het leven. „Binnen deze heersende cultuur bestaat de waarheid buiten ons en boven ons in feite niet”, zei hij. „De grote verhalen zijn niet meer. Vroeger geloofden de mensen in God, in de Bijbel of in een wijsgerig of politiek systeem. Die grote normatieve systemen zijn stukgebroken. Iedereen schrijft zijn eigen kleine levensverhaal.”
Prof. Baars stelde de vraag welke invloed dit denk- en leefklimaat op reformatorische jongeren heeft. Aan de hand van een aantal onderzoeken onder jongeren kwam de hoogleraar tot de conclusie dat er sprake is van een spoorloze refogeneratie. Hij steekt de hand ook in eigen boezem. „Staat de preek niet te ver af van hun leefwereld? Leggen wij de leer van het heil en de toe-eigening van het heil wel helder uit aan onze toehoorders en onze catechisanten?”
Hij wees er ook op dat de vorst der duisternis het op de jongeren van de gemeente heeft gemunt. Hiervoor gebruikt hij de geest van de tijd, maar ook conflicten in kerken en gemeenten, een al te voorspelbare of vrijblijvende prediking, zonden die ouders begaan in de opvoeding van hun kinderen, geestelijke ongevoeligheid en weerbarstigheid bij opgroeiende jongeren. „Voor jongeren zijn de warme bedding van het gezin en de stijl van opvoeding, die gedrenkt is in de gebeden, belangrijk. Heb de jongeren in het oog en in het hart”, aldus prof. Baars.