Dat meldden maandag althans het staatspersbureau Tanjug en de staatstelevisie.

Twee topfiguren van de Zemun-bende die Djindjic zou hebben vermoord, Milan Lukovic en Dusan Spasojevic, hebben in december overlegd met Kostunica’s adviseurs op het gebied van defensie en veiligheidszaken, luitenant-generaal Aco Tomic en Rade Bulatovic. Verdere details ontbreken.

Het bericht lijkt een voorafschaduwing van het optreden door de regering tegen de gematigd nationalistische partij van Kostunica, Djindjic’ voornaamste rivaal. De regering wordt bevolkt door bondgenoten van Djindjic.

Lukovic is de voortvluchtige leider van de Zemun-bende en oud-bevelhebber van de Rode Baretten, een paramilitaire elite-eenheid van oud-president Slobodan Milosevic. Spasojevic is een van zijn adjudanten. Hij werd vorige maand doodgeschoten, volgens de politie toen hij zich verzette tegen zijn arrestatie.

De man die de trekker zou hebben overgehaald, Zvezdan Jovanovic, heeft inmiddels bekend, meldde het radiostation B92 maandag op gezag van anonieme bronnen bij de politie. Jovanovic heeft deel uitgemaakt van de Rode Baretten. Lukovic zou behalve Djindjic nog meer politici hebben willen laten vermoorden, om chaos te stichten en vervolgens de Rode Baretten een staatsgreep te laten plegen.

De afgelopen weken zijn duizenden mensen verhoord. Meer dan 2000 mensen zijn voor dertig dagen vastgezet. Onder hen zijn een aantal vooraanstaande vertegenwoordigers van het bewind van Slobodan Milosevic. Ook tegen diens vrouw, Mira Markovic, is een arrestatiebevel uitgevaardigd. Zij zou zich in Rusland verborgen houden.

De noodtoestand in Servië, uitgeroepen na de moord op premier Zoran Djindjic op 12 maart, wordt voor het orthodoxe paasfeest op 27 april opgeheven. Dat zei de nieuwe premier, Zoran Zivkovic, maandag in Belgrado.