Buitenland

Brussel wil centrum voor bestrijding ziektes

Eurocommissaris Byrne, die binnen het team van voorzitter Prodi de portefeuille Gezondheid en Consumentenbescherming beheert, heeft de oprichting aangekondigd van een EU-centrum voor de bestrijding van besmettelijke ziekten.

Buitenlandredactie
8 April 2003 08:49Gewijzigd op 14 November 2020 00:15

Hij maakte zijn plannen maandag in Straatsburg bekend. Daar voerde hij overleg met het Europees Parlement over de uitbraak van de longziekte SARS. Byrne zal waarschijnljk eind volgende maand een concreet voorstel presenteren. Hij rekent erop dat het beoogde bureau in 2005 gereed is om zijn werkzaamheden aan te vangen. De VS kennen een soortgelijke instantie, gevestigd in Atlanta.

Het ligt in de bedoeling dat de nieuwe instelling een coördinerende taak krijgt. Zij zorgt voor een goede afstemming tussen de reeds bestaande activiteiten op dit terrein van elk van de lidstaten, zoals laboratoriumonderzoek en het ontwikkelen van behandelmethoden, en onderhoudt ook contacten met derde landen en met de internationale autoriteiten, waaronder die van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in Genève. Op die manier kan er sprake zijn van een gezamenlijk antwoord op een epidemie.

Tot nu toe beschikt Brussel in de sfeer van de volksgezondheid niet over eigen bevoegdheden. Het treffen van maatregelen behoort toe aan de afzonderlijke regeringen. Byrne constateerde in de gedachtewisseling met het EP dat hij meer mogelijkheden heeft om in te grijpen bij een ziekte onder de dieren dan bij eenzelfde dreiging onder de mensen.

Hij pleit ervoor in de toekomstige grondwet van de Unie, die wordt voorbereid door de zogeheten conventie, een bepaling op te nemen die de ruimte biedt voor harmonisatie van de wetgeving op het gebied van het beteugelen van overdraagbare aandoeningen. Ook uit de bijdragen van de volksvertegenwoordigers aan het debat bleek dat onder invloed van de groeiende onrust over SARS de discussie oplaait over een prominentere rol voor de EU.

De WHO en de Europese Commissie vinden dat China de internationale gemeenschap veel te laat heeft gewezen op de uitbraak van SARS. WHO-hoofd Gro Harlem Brundtland zei maandag in New Delhi (India) dat Peking veel eerder medewerkers van de WHO had moeten toelaten in de provincie Guangdong, de vermeende haard van het Severe Acute Respiratory Syndrome (SARS).

De verspreiding van de ziekte over de wereld is nog allerminst tot staan gebracht. Het officiële aantal besmettingen beloopt volgens de WHO 2600. Het aantal doden heeft op basis van berichten van buitenlandse media de honderd overstegen, het gevolg van het stijgende aantal overledenen in China, Hongkong en Singapore. In Canada (Ontario) werd maandag de tiende dode geteld. Naar de dood van een mogelijke elfde slachtoffer in Canada wordt nog onderzoek gedaan. De WHO hield het maandagavond op haar website op 98 doden.

De Nederlandse ambassade in Vietnam en drie consulaten (Hongkong, Guangdong en Singapore) moeten ziek personeel extra in de gaten houden in verband met SARS. De ambassade en de consulaten hebben een brief gekregen met het advies om vaker dan tot nog toe gebruikelijk is contact op te nemen met personeel dat ziek thuis zit. Daarmee moet worden voorkomen dat mogelijke besmettingen met SARS onopgemerkt blijven.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer