Dat meldde de Stichting Onderzoek MKZ Crisis Kootwijkerbroek maandag. Volgens de stichting hebben het ministerie van Landbouw (LNV) en het laboratorium zich voor het ruimingsbesluit gebaseerd op één test en één monster, waaraan in het laboratorium materiaal van een ander bedrijf werd toegevoegd.

Uit de in 2008 op verzoek van de stichting vrijgegeven dossiers blijkt dat in deze kweek materiaal van het bedrijf van Teunissen vermengd is met materiaal van een ander bedrijf. De stichting zegt nu dat alleen het toegevoegde materiaal van het andere bedrijf virus bevatte; voor het monstermateriaal van het bedrijf van Teunissen kon dat niet vastgesteld worden.

Daarnaast zouden voorgeschreven controles en serotypes hebben ontbroken. De internationale organisatie voor bestrijding van dierziekten OIE schrijft bepaalde controles voor, maar die waren niet aanwezig.

Het ministerie stelde tot op heden dat de testen volgens de OIE-voorschriften zijn uitgevoerd. Volgens de stichting is dat niet het geval en had het laboratorium geen positieve uitslag op de test mogen geven.

De stichting heeft verder kritiek op de gemeten waarden in de testen. Die zijn heel laag; er is geen enkel ander positief monster bekend met waarden die zó laag zijn. Bovendien zou een van de drie gemeten waarden in de communicatie naar de Tweede Kamer verzwegen zijn. Die waarde was lager dan de grenswaarde.

De MKZ-diagnose leidde destijds tot het ruimen van 60.000 dieren, omvangrijke schade en grote onrust in het dorp. De rechter dwong het ministerie van LNV vorig jaar dossiers af te geven. Analyse hiervan bracht de „nieuwe feiten” aan het licht die de stichting maandag naar buiten bracht.

Bestuurslid drs. L. Jansen is „geschokt” door de uitkomst. „Nú blijkt dat de besluiten uit 2001 onvoldoende basis hebben. De conclusie is dat het besluit tot ruiming van het primaire bedrijf nooit op basis van een afgekeurde test genomen had mogen worden. Voor het besluit tot besmetverklaring ontbreekt een verdedigbare basis.”

Het ministerie van Landbouw zei maandagmiddag in een eerste reactie zich in het rapport van de stichting te verdiepen. „Maar tot op heden zien wij geen reden om te twijfelen aan de gronden op basis waarvan destijds MKZ is vastgesteld in Kootwijkerbroek”, aldus persvoorlichter Cindy Heijdra van het LNV.

Stichting Onderzoek MKZ Crisis Kootwijkerbroek zegt het rapport begin dit jaar naar het ministerie te hebben gestuurd. Heijdra bevestigt dat het in februari is binnengekomen.

Kamerlid Atsma (CDA) zei maandag tijdens de bijeenkomst in Kootwijkerbroek dat hij er dinsdag bij de minister op zal aandringen ‘ten spoedigste’ de vragen te beantwoorden die in het rapport open blijven. Atsma is voorzitter van de vaste Kamercommissie voor LNV.

De ChristenUnie in de Tweede Kamer wil dat de bevindingen van de Stichting Onderzoek MKZ Crisis Kootwijkerbroek op de agenda van de Tweede Kamer komen. CU-Kamerlid Esmé Wiegman gaat daartoe een verzoek indienen.

Wiegman: „Het MKZ-dossier ligt zeer gevoelig in de regio waar het boeren zo hard getroffen heeft. Ik wil daarom een reactie van de ministers Verburg (LNV) en Klink (VWS) op deze nieuwe feiten en deze nader bespreken in de Kamer.”

Ook de SGP heeft Kamervragen aangekondigd.