„Alleen huis zonder asbest verkopen”
DEN HAAG – Mensen die hun woning van vóór 1994 willen verkopen, moeten in de toekomst eerst laten onderzoeken of hun pand asbestvrij is.
Pas als een gecertificeerd bedrijf een asbestvrijverklaring heeft afgegeven, mag het huis worden verkocht.
Die aanbeveling staat in het rapport ”Asbestketen ontrafeld” van de ministeries van VROM en Justitie en de provincie Noord-Holland. Dagblad Trouw berichtte er zaterdag over. Uit onderzoek blijkt dat op de particuliere woningmarkt volop wordt gesjoemeld met de verwijdering van asbest.
Als de verplichte asbestvrijverklaring wordt doorgevoerd, zal dit de desbetreffende huizenbezitters honderden euro’s gaan kosten.
De aanbeveling voor het verplichte certificaat volgt op het recente advies van de Gezondheidsraad om strenger op te treden, omdat asbest gevaarlijker is dan gedacht. Jaarlijks vallen, aldus de Gezondheidsraad, ten minste 1400 doden ten gevolge van blootstelling aan asbest.
Het kabinet moet nog een reactie geven op het rapport van VROM, Justitie en de provincie Noord-Holland.
Belangenorganisaties van huizenkopers en makelaars reageren in Trouw kritisch op het plan voor een verplicht asbestvrijcertificaat voor woningen van vóór 1994. Hans André de la Porte van Vereniging Eigen Huis (VEH) zegt in de krant: „Een asbestvrijeverklaring is een monster van controle en regelgeving. Het certificaat kost de verkoper geld, het is onwerkbaar én onnodig. Asbest in woningen zit vaak verborgen achter betimmeringen. Je kúnt het dus niet inventariseren. Als het goed is geïsoleerd en je komt er verder niet aan, is het ook niet gevaarlijk.”
Volgens De la Porte is een verkoper nu al verplicht de koper in te lichten als hij weet heeft van asbest in de woning.
Correctie 1 juli 2010
De provincie Noord-Holland bepleit in het rapport ”Asbest ontrafeld” geen asbestvrijverklaring voor woningen van voor 1994 (RD 21-6 en 30-6), maar een asbestinventarisatie voor deze huizen.