Opinie

Bevolkingskrimp: een schrik

De trek naar de stad laat onuitwisbare sporen na op het platteland: leegstand, verpaupering en uitholling van voorzieningen. Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving krijgt 60 procent van de gemeenten binnen nu en vijftien jaar te maken met krimp. Wegtrekkende jongeren, vergrijzing en daardoor dalende bevolkingsaantallen.

Dr. K. Ruitenberg
21 June 2010 12:02Gewijzigd op 14 November 2020 10:57

De gevolgen van deze ontwikkeling zijn desastreus voor het platteland. Het demografisch evenwicht raakt verstoord doordat jongeren vaak wegtrekken naar die gebieden waar nog wel economische dynamiek is. In Nederland betreft dat dan vooral de Randstad en het midden van ons land.

De eenmaal ingezette neerwaartse spiraal blijkt moeilijk te doorbreken. Eerst in het noorden, maar nu ook in het zuiden van Nederland krijgt men met de negatieve gevolgen van de krimp te maken.

Wordt er dan helemaal niets gedaan om deze ontwikkeling te stoppen? Jawel, alleen is er een aantal factoren dat belemmerend werken. Zo is de trend om landelijk te gaan wonen door regelgeving en een te laag bouwtempo onvoldoende in staat om de leegloop van het platteland op te vangen. De wet- en regelgeving met betrekking tot de geurcirkels van omringende bedrijven staat omvorming van agrarische bedrijven in woningen vaak in de weg. Daarbij komt dat vooral ouderen op het platteland gaan wonen en zo bijdragen aan de vergrijzing.

Het stringent doorvoeren van de Europese regelgeving (denk aan Natura 2000) leidt ook tot een onbalans tussen economie en ecologie, waarmee de economische dragers voor het platteland verdwijnen. Ondernemers steken hun nek niet meer uit en werken hun ideeën liever uit in gebieden met meer bedrijvigheid en minder regels. Het natuurbeleid leidt tot onnodige spanningen en het belemmert integrale oplossingen. Natuurdoelen en de begrenzing van Natura 2000 moeten beter aansluiten op wat haalbaar en betaalbaar is.

Het door de regering beoogde landschapsbeheer door agrariërs als oplossing voor de terugloop van de agrarische bedrijvigheid, komt onvoldoende van de grond. De daarvoor beschikbare middelen zijn te beperkt om de snelle teruggang van het aantal agrarische bedrijven (3 à 4 procent per jaar) te compenseren.

Dat bedrijvigheid onmisbaar is voor de leefbaarheid, daarover is iedereen het wel eens. Links en rechts worden onderzoeken en projecten uitgevoerd om tot meer succesvolle bedrijfsoverdrachten te komen. De financiering ervan vormt vaak het belangrijkste struikelblok. Het is tijd om landelijk naar een structureel beleid en projecten over te stappen die daadwerkelijk een bijdrage leveren aan het realiseren van meer succesvolle (gedeeltelijke) bedrijfsoverdrachten en daarmee samenhangend het tegengaan van de leegloop van het platteland.

Wil de overheid de leegloop van het platteland succesvol terugdringen, dan zal zij de economische bedrijvigheid moeten stimuleren. De economie is de drager van het bedrijfsleven en daarmee samenhangend de leefbaarheid. Op het platteland is in economisch opzicht de agrarische sector het belangrijkst. En juist in deze sector loopt het aantal bedrijven sterk terug. Vooral de regelgeving rond kwaliteitseisen met betrekking tot het milieu en de schaalvergroting hebben geleid tot een kaalslag onder de agrarische bedrijven.

De bedrijven zijn steeds groter geworden. De omvang van de bedrijven zorgde ervoor dat ze moeilijk over te nemen zijn door de kinderen van agrariërs in verband met de kostprijs. In ieder geval dient de overheid dan ook de regelgeving te verminderen. Er zullen ook betere financieringsmogelijkheden moeten komen voor het overnemen van bestaande (agrarische) bedrijven. Nieuwe vormen van bedrijvigheid op het platteland moeten gestimuleerd worden.

Voor de daarvoor benodigde gelden zou de overheid ertoe over kunnen gaan om de financiën die nu besteed worden aan het verwerven van land ten behoeve van het realiseren van natuurgebieden te gebruiken om het bovenstaande te financieren. Het idee dat de natuur zich alleen in goede zin kan ontwikkelen als land aan z’n lot overgelaten wordt –de overheersende gedachte bij veel natuurorganisaties– heeft al te lang de overhand gehad. Het platteland is immers in het verleden ook vormgegeven door mensen. Vanuit de milieubeweging is in het verleden terecht de vinger gelegd bij de wijze waarop de mens omging met de natuur. Er zijn echter veel zaken verbeterd.

Al met al ligt er een mooie opdracht voor de toekomstige regering om de leefbaarheid op het platteland te vergroten.

De auteur is voorzitter van de raad van bestuur van gehandicapteninstelling De Schutse.
Reageren aan scribent? gedachtegoed@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer