Turkije valt Irak binnen na aanvallen PKK
DIYARBAKIR/VAN/ARBIL (ANP/AFP/EFE) – Turkse troepen zijn de grens met Irak overgestoken om strijders van de extremistische PKK te treffen. De inval volgde op hevige gevechten in het uiterste zuidoosten van Turkije. Het was het bloedigste treffen in twee jaar.
Strijders van de Koerdische Arbeiderspartij (PKK) vielen volgens de Turkse strijdkrachten in de nacht van vrijdag op zaterdag een grensbewakingseenheid aan bij Semdinli, niet ver van de grenzen met Irak en Iran. De gevechten die daarop volgden, kostten aan zeker 23 mensen mensen het leven, twaalf PKK-strijders en elf militairen.
De Turkse luchtmacht bombardeerde naar aanleiding van de strijd doelwitten in Iraaks Koerdistan. Volgens de Turken werden zeker honderd rebellen gedood. De Iraakse minister van Buitenlandse Zaken Hoshyar Zebari veroordeelde de „unilaterale” actie van Turkije.
In de nacht van zaterdag op zondag vielen PKK-strijders ook militairen aan bij Palu, ten noorden van Diyarbakir, in oostelijk Turkije. Daarbij is een militair gedood, meldde het persbureau Anatolia zondag. De PKK stelde in een verklaring aanslagen te plegen op steden in Turkije als het leger blijft aanvallen. „De regering wil de Koerdische kwestie niet vreedzaam oplossen”, aldus een woordvoerder. De hervormingsgezinde, Turkse premier Recep Tayyip Erdogan heeft in een reactie gezegd dat „de strijd doorgaat tot de terroristische organisatie is vernietigd”. Zijn regering heeft zich veel meer dan haar voorgangers ingespannen om tegemoet te komen aan de eisen van etnische Koerden in het land in de hoop dat de guerrillastrijd tot het verleden gaat behoren.
Een extreemrechtse opposant van de hervormingsgezinde premier, Devlet Bahceli van de MHP (Nationalistische Bewegingspartij), verweet in het weekeinde de premier mede daarom verantwoordelijk te zijn voor de huidige situatie. Toen Erdogans partij, de AKP (Rechtvaardigheid en Ontwikkelingspartij), in 2002 aan de macht kwam, werd de noodtoestand in het zuidoosten van Turkije opgeheven. Bahceli wil die weer ingevoerd zien.
De strijd tussen de extremisten van de PKK en de Turkse strijdkrachten is sinds maart weer opgelaaid. In de winter is het hooggelegen grensgebied van Turkije en Irak en Iran zelfs voor guerrillastrijders uiterst onherbergzaam. Er zijn sinds maart volgens het leger 142 PKK-strijders en 55 militairen om het leven gekomen.
De PKK ontstond eind jaren zeventig als extreemlinkse afscheidingsbeweging die van Turks Koerdistan een onafhankelijke marxistische staat wilde maken rond de met stalinistische trekken vereerde leider Abdullah calan. In de zomer van 1984 begon de groep in dezelfde streek als waar zaterdag 23 doden vielen, met gewapende aanvallen op de Turkse gezagsdragers. De PKK terroriseerde daarbij ook veelvuldig de burgerbevolking. Er zijn sinds 1984 naar schatting 45.000 doden gevallen. De groepering is volgens de Turkse, Amerikaanse en Europese autoriteiten een terroristische organisatie. calan is in 1999 gearresteerd en zit in Turkije een levenslange celstraf uit.