CDA mikt op verelendung of brede coalitie
DEN HAAG – Nog voor de besprekingen tussen VVD, PVV en CDA konden starten, trokken de christendemocraten de stekker eruit. Wat beweegt Verhagen om al bij voorbaat af te zien van de meest voor de hand liggende optie?
Het CDA is van slag. Verraste de partij tijdens de verkiezingscampagne al met twee noviteiten (het benoemen van een breekpunt en het noemen van een voorkeurscoalitie), op het formatieschaakbord verbaasde zij haar medespelers opnieuw met een ongekend creatieve zet. VVD en PVV moesten eerst maar eens sámen tot overeenstemming proberen te komen.
Terecht noemde Rutte de suggestie van CDA-leider Verhagen een „non-voorstel.” Een dergelijke procedure is in Haagse coalitieonderhandelingen in het verleden immers nooit gevolgd? Het zou voor het CDA ook al te gemakkelijk zijn geweest: eerst de kat uit boom kijken en vervolgens het met moeite bevochten VVD/PVV-compromis alsnog van kritiek voorzien. Waardoor het CDA de kiezer op eenvoudige wijze kon laten zien: Kijk, dit is nu onze inbreng in het akkoord geweest.
Een belangrijke reden waarom Verhagen zich vanaf het begin uiterst terughoudend toonde om onderhandelingen met VVD en PVV te starten, is het verzet in zijn eigen partij tegen regeren met Wilders. Diverse CDA-prominenten spraken zich de afgelopen dagen krachtig tegen een dergelijke samenwerking uit, terwijl ook regionale partijbaronnen met veto’s strooiden.
Even leek het erop dat het CDA voor de dreigende tweespalt in eigen gelederen een oplossing had gevonden. Een partijcongres moest na afloop van de besprekingen tussen VVD, PVV en CDA het resultaat goed- of afkeuren, zo besloot de CDA-top. Dat leek Verhagen vooralsnog voldoende manoeuvreerruimte te bieden om inhoudelijke gesprekken met Rutte en Wilders aan te gaan.
Dat hij dit toch niet deed en bleef hameren op zijn onwerkbare voorstel om eerst VVD en PVV tot overeenstemming te laten komen, waarmee hij willens en wetens de verantwoordelijkheid op zich nam dat Rosenthal een rechtse coalitie van zijn lijstje afvoerde, wijst erop dat de CDA-voorman méér redenen had om niet met Rutte en Wilders in zee te gaan dan alleen het gevaar van interne verdeeldheid.
De eerste mogelijkheid is dat Verhagen c.s. voluit inzet op de theorie van de verelendung. Zoals Marx geloofde dat het proletariaat pas in opstand komt tegen de kapitalisten als het geheel verarmd en zonder perspectief is, zo zal de kiezer zich pas weer tot het CDA wenden als hij opnieuw heeft ervaren hoeveel narigheid een paarse coalitie het land brengt. Een aantal jaren in de oppositiebankjes zou ook voor ons intern helend kunnen werken, is een in CDA-kringen veel gehoorde visie. Kortom: „Christendemocraten aller landen, verenigt u in de oppositiebankjes!”
De tweede mogelijkheid is dat de CDA-top op zichzelf wel wil regeren, maar dat zelfs een rechtse rakker als Verhagen –hoewel hij deze week niet eenmaal zei dat hij principiéél niet met de PVV in een kabinet wil– er toch een innerlijke weerzin tegen heeft om in zee te gaan met populist Wilders, de man die de achterliggende jaren CDA-leider Balkenende keer op keer uitmaakte voor een bangerd en lafaard. Het zou goed kunnen zijn dat het beste scenario voor het CDA is dat ook de besprekingen voor een derde paars kabinet jammerlijk mislukken, waarna alleen een zogeheten brede coalitie van VVD, PvdA en CDA resteert.
In zo’n coalitie zouden de christendemocraten zich, zo luidt wellicht hun hoop, behaaglijk in het midden kunnen nestelen, hun oude vertrouwde positie in het politieke krachtenveld, om van daaruit de komende vier jaar weer enigszins op sterkte te komen.