„Ik stel vast dat het CDA niet wil deelnemen en niet met Geert Wilders en mij aan tafel wil”, zei Rutte. Hij vindt nog steeds dat een rechts kabinet van VVD, PVV en CDA programmatisch haalbaar is, gezien de verkiezingsuitslag het meest voor de hand ligt en gezien de economische situatie ook het beste zou zijn voor Nederland. Een rechts kabinet had en heeft Ruttes eerste voorkeur.

Rutte wilde de schuld van het vastlopen van de eerste ronde niet bij CDA-fractievoorzitter Maxime Verhagen leggen. Hij noemde de wens van Verhagen dat VVD en PVV het eerst samen eens zouden worden wel een „non-voorstel en niet reëel” en „nog nooit voorgekomen in de parlementaire geschiedenis”.

Rutte zei wel dat PVV-leider Geert Wilders in elk geval „niets te verwijten” valt. „Wilders heeft zich constructief opgesteld.” Rutte zei verder dat hij en Wilders voldoende aanknopingspunten zagen om samen met het CDA een coalitie te vormen. „Er was de VVD en de PVV veel aan gelegen om dit kabinet te vormen.”

De definitieve conclusie dat een rechts kabinet van de baan is, nam Rutte niet voor zijn rekening. „Het is aan de informateur om conclusies te trekken.”