De ambassade stuurde gisteren een persbericht naar de Nederlandse media waarin zij verklaart dat zij het, gezien de artikelen en opiniestukken die over de kwestie zijn verschenen, „noodzakelijk acht om orde op zaken te stellen.”

Volgens Turkije waren de schepen van de Gazavloot bezig aan een humanitaire missie en waren er geen wapens aan boord. Ankara noemt de entering van de schepen „een onbeschaamde inbreuk” op de Vierde Conventie van Genève, die het doden van burgers, ook in tijd van oorlog, verbiedt.

Ankara eist dan ook een onmiddellijk en internationaal onderzoek naar de gebeurtenissen van 31 mei. Ook verlangt Turkije dat Israël zijn „misdaad” erkent en daarvoor excuses aanbiedt. Verder moet Jeruzalem de slachtoffers van de actie compensatie bieden en alle in beslag genomen schepen direct vrijgeven. Turkije wenst zijn bestaande vriendschappelijke relatie met Israël voort te zetten, maar de aard van die betrekkingen zal afhangen van de stappen die Israël onderneemt.

De verklaring is in flagrante tegenspraak met beelden van gewapende activisten die Israëlische militairen met messen en stalen pijpen aanvallen en overboord gooien. Ook werd de afgelopen dagen duidelijk dat de harde kern van de activisten banden met Hamas en al-Qaida heeft en met agressieve bedoelingen op pad was gestuurd. Turkije houdt echter vol dat het om een vreedzame missie ging.