‘Rampenprofessor’ verkent als eerste rechtse coalitie
DEN HAAG – Niet de VVD’ers-op-afstand Kamp en Korthals gaan in opdracht van de koningin een rechtse coalitie verkennen, maar ‘rampenprofessor’ en VVD-senator U. Rosenthal (64).
Het is geen overbodige luxe als een informateur beschikt over analytische vaardigheden. Zeker niet nu in een zo snel mogelijk tempo –de koningin heeft aangedrongen op spoed– de mogelijkheden voor een stabiele coalitie met daarin in ieder geval VVD en PVV moeten worden verkend.
Mogelijk dat mede daarom de naam van Rosenthal kwam bovendrijven. Al jarenlang is hij degene die met zijn COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement na rampen en calamiteiten de kluwen van oorzaken en mogelijke oorzaken ontwart: de strandrellen bij Hoek van Holland die de Rotterdamse korpschef Meijboom de kop kostten (2009), de brand in Faculteitsgebouw Technische Universiteit Delft (2008) en de mysterieuze besmetting in een dierenzaak in Hoogeveen (2007).
Behalve dat hij gezag uitstraalt, is Rosenthal de deskundige bij uitstek op het terrein van veiligheid en openbaar bestuur; twee kernpunten in de programma’s van VVD en PVV. Al jaren is hij achter de schermen een koersbepalende adviseur van partijleider Rutte: evenmin een te verwaarlozen bijkomstigheid.
Niet dat de VVD’er zijn mening koste wat het kost achter de schermen kenbaar wil maken. Bij herhaling betoogde hij publiekelijk dat hij het uitblijven van parlementaire enquêtes na de moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh beschouwde als gemiste kans.
Dat de stabiliteit binnen en tussen partijen staat of valt met personen weet Rosenthal, senator sinds juni 1999, als geen ander. Vanaf de zijlijn zag de bestuurskundige toe hoe ex-minister Verdonk met een reeks provocaties het gezag van partijleider Rutte tartte, totdat deze, in aanwezigheid van Rosenthal, bekendmaakte dat de stoorzender uit de partij was gezet.
Sommige senatoren hebben de naam hun functie het liefst op zo groot mogelijke afstand van het dagelijkse politieke toneel te willen vervullen. Zo niet Rosenthal. Tijdens de Algemene Beschouwingen na Prinsjesdag van vorig jaar rees het ongenoegen in de VVD-fractie over het weinig daadkrachtige beleid van Balkenende IV zo hoog dat Rutte een motie van wantrouwen tegen het kabinet in stelling bracht. Rosenthal, van tevoren gekend in het plan, verdedigde die voor de VVD ongewone actie. De beschouwingen volgde hij vanaf de publieke tribune van de plenaire vergaderzaal, driftig pennend in het aantekeningenboekje dat hij standaard bij zich draagt.
Vanaf die plek kon hij zich ook een prima oordeel vormen over het theatrale optreden van Wilders. Niet onbelangrijk; aftasten in hoeverre de PVV-leider daadwerkelijk tot regeringsdeelname bereid is, zal dezer dagen een niet te verwaarlozen deel van zijn verkenningen zijn.
Als informateur voegt hij zich in een rijtje zwaargewichten. Daarin staan onder anderen de namen van de CDA’ers Hoekstra en Wijffels, Donner (CDA), Korthals Altes (VVD) en Tjeenk Willink (PvdA).